Aruba als voorbeeld
Van de Nederlandse Antillen (inclusief Aruba) hebben we de laatste decennia weinig plezier beleefd. In de publieke opinie worden de Antillen veelal geassocieerd met bolletjesslikkers. Het is het gebied waar die lastige jongeren vandaan komen die hier de boel verzieken.Het LPF-kamerlid Eerdmans stelde vorige week zaterdag in een interview voor om de Antillen te verkopen aan de hoogste bieder. Dat wordt dan waarschijnlijk een consortium van drugshandelaren. Dus moeten we dat toch maar niet doen.
Recent heeft het eiland Aruba laten zien dat het ook een voorbeeld voor Nederland kan zijn. Dat betreft de erkenning van in Nederland gesloten homohuwelijken.
De Antillen en ook Aruba hebben binnen het Koninkrijk der Nederlanden een autonome positie. Zij mogen een heleboel zaken zelf regelen. Maar via het Statuut is hun rechtsorde gekoppeld aan die van Nederland.
Aruba kent het homohuwelijk niet. Paren van hetzelfde geslacht kunnen daar geen huwelijk aangaan. Het eiland zal daartoe ook niet gedwongen worden. De kwestie waar het nu om gaat is of een lesbisch paar dat in Nederland ’gehuwd’ is en zich op Aruba wil vestigen, zich daar als echtpaar kan laten inschrijven.
Daar voelt men op Aruba helemaal niets voor. De Arubaanse minister van Justitie, Croes, is er fel op tegen en hij weet zich daarbij gesteund door de bevolking van dit zeer overwegend rooms-katholieke eiland. De rechter sprak echter uit dat de twee vrouwen wel als echtpaar moesten worden ingeschreven.
Onze D66-minister De Graaf, aan wiens partij we hier in Nederland het homohuwelijk te danken hebben, zette begin deze week de zaak op scherp door op de Arubaanse televisie te verklaren dat het eiland maar onafhankelijk moet worden als het homohuwelijken niet wil erkennen. Daarmee ging hij duidelijk zijn boekje te buiten. Het is althans niet aannemelijk dat er aan dit dreigement van de minister een kabinetsbesluit ten grondslag ligt.
Inmiddels is in die zin een compromis bereikt, dat Nederland en Aruba overeengekomen zijn zich bij de uitspraak van de rechter in hoger beroep neer te leggen. Aangezien juridische molens langzaam malen, kan het nog wel even duren voor die uitspraak valt.
Het paar dat de zaak aanhangig maakte, heeft inmiddels om veiligheidsredenen het eiland verlaten. Nu willen we niet allerlei bedreigingen goedpraten die mogelijk in hun richting zijn geuit, maar dat alles maakt wel duidelijk dat het hier gaat om iets dat door het overgrote deel van de bevolking niet wordt geaccepteerd. Waarom moet dat dan aan die gemeenschap worden opgedrongen?
In de ogen van minister De Graaf en zijn partij kan het antwoord duidelijk zijn. Voor hen geldt het niet willen erkennen van het homohuwelijk als een vorm van discriminatie. Daarmee schendt men de rechten van de mens. Vandaar dat de minister het zo hoog opnam.
Over het geheel genomen is er over de gang van zaken op de Antillen niet zo veel goeds te zeggen, maar ten aanzien van het homohuwelijk laten ze in ieder geval zien dat ze meer normbesef hebben dan in Nederland het geval is.