Inwoner Groningse Loppersum: „Vertrouwen komt te voet en gaat te paard”
Eerst zien, dan geloven. Dat blijft de houding van inwoners van Loppersum, ook nu regionale bestuurders een flink eisenpakket hebben neergelegd in Den Haag, na het vernietigende eindrapport van de parlementaire enquêtecommissie over de gaswinning.
„Het zit me tot hier!”, roept een oudere vrouw, terwijl ze haar handen boven haar hoofd houdt. De inwoonster van Loppersum, die een praatje maakt met een vriendin, wil geen woord meer vuilmaken aan de schadeafhandeling als gevolg van de aardbevingen. „Dan ga ik me weer opwinden. Mijn man en ik wachten al sinds 2017 en ik ben het meer dan zat.”
Ze is niet de enige, blijkt uit een rondwandeling door het dorp, dat midden in het aardbevingsgebied ligt. Wie je ook vraagt, iedereen spreekt er schande van hoe lang Groningers door de overheid aan het lijntje worden gehouden. Loze beloften, een rits aan dure inspecteurs uit de Randstad en weinig concrete hulp, de afgelopen jaren heeft het vertrouwen in Den Haag een flinke knauw gekregen, zoveel is duidelijk.
Iemand die nauw betrokken is bij de aardbevingsproblematiek, is Herman Rinket. Sinds 2016 vertegenwoordigt hij in het Gronings Gasberaad de lokale ondernemers.
De overheid moet volgens hem vooral twee dingen doen: afspraken nakomen en iedereen op dezelfde manier behandelen. „Ik heb legio voorbeelden waar dit juist niet is gebeurd. Zo zeiden bestuurders recent nog dat bij versterking woningen ook direct van het gas afgehaald zouden worden. Daar is nu allang geen sprake meer van, om logische redenen: er zijn geen spullen en geen mensen voor. Maar zulke beloften die gedaan en weer ingetrokken worden, zijn dodelijk voor het vertrouwen.” Hoop op een spoedig herstel van de relatie tussen Groningen en Den Haag heeft Rinket niet. „Vertrouwen komt te voet en gaat te paard.”
Wie niet weet dat Loppersum, een halfuur noordelijk van Groningen, midden in aardbevingsgebied ligt, zal zich afvragen hoe het komt dat zoveel bewoners ineens aan het verbouwen zijn geslagen. Overal in het dorpje, dat zo’n 2500 inwoners telt, staan huizen in de steigers. Werkbusjes van diverse firma’s bevolken de straten.
Honderden meldingen van schade kwamen er uit Loppersum na flinke aardbevingen. Vorig jaar werd er nog een beving van 2.7 op de schaal van Richter gemeld en een maand geleden was er een lichtere beving van 1.2.
René Hollen (56) en Jan Veldman (50) hebben werk zat door de aanhoudende bevingen. Hollen is timmerman, Veldman schilder. „Het is triest voor sommigen”, vertelt Veldman. „Dan heb je net een woning met scheuren weer opgeknapt, en kun je weer beginnen als er een nieuwe beving komt.” Persoonlijk hebben de twee mannen niet erg te lijden onder de aardbevingen, maar in hun kennissenkring zijn sommigen wel geraakt. „Die mensen verdienen een behoorlijke schadevergoeding, en niet al zeurend.”
Gipsplaatjes
De beide mannen, die in het zonnetje pauze houden van hun werk, zijn niet te spreken over de manier waarop de overheid omspringt met Groningers. „Ze hebben door de jaren heen alle huizen geïnspecteerd”, vertelt Veldman. „Daarvoor kwamen er allerlei taxateurs uit het westen, die dan bijvoorbeeld achter gipsplaatjes wilden kijken. Vervolgens kwamen wij er achteraan om zo’n wand weer netjes te maken. Die operatie kostte 10.000 euro per huis.” Had iedere inwoner dat geld gegeven, en veel mensen waren geholpen, wil hij maar zeggen.
Of het rapport van de parlementaire enquêtecommissie veel schot in de zaak zal brengen, betwijfelen de twee. Hollen: „Ik werk met vijf mannen die in het aardbevingsgebied wonen. Ze zijn inmiddels allemaal een beetje lamgeslagen. Ze verwachten niet anders dan dat dit rapport een week nieuws is en daarna weer in een laatje verdwijnt.”