VVD onder vuur in lijsttrekkersdebat; mensen weten weinig van politiek in provincie
Campagnes voor de Provinciale Statenverkiezingen worden maar al te vaak overvleugeld door landelijke thema’s. Dat wordt mede in de hand gewerkt door de organisatie van verkiezingsdebatten, waarin omroepen de lijsttrekkers van de Eerste Kamerfracties laten aantreden, hoewel die niet rechtstreeks verkiesbaar zijn. Zondag organiseerde WNL een dergelijk debat. Al snel vlogen de boegbeelden van de partijen elkaar in de haren over stellingen die ze zelf mochten aandragen.
Annabel Nanninga (JA21) kwam aanzetten met ”de asieldwangwet moet van tafel”, alsof provincies dat bepalen. Marjolein Faber (PVV) maakt het nog bonter met ”Meer koopkracht, minder asielzoekers”; een stelling die overigens steun kreeg van Edith Schippers, de VVD-coryfee. Schippers zelf dreef helemaal weg bij de provinciale thema’s door het onderwerp geweld tegen hulpverleners op de kaart te zetten. „Een beetje laf”, vond Nanninga. „De VVD is twaalf jaar aan de macht, we hebben een woon-, asiel- en toeslagencrisis, en dan komt de VVD als het campagne is met zo’n inkoppertje.” Paul van Meenen (D66) sloot zich daarbij aan. Hij peperde Schippers in: „De verkiezingen gaan in ieder geval niet over dit onderwerp. Helemaal niet.”
Of het WNL-debat dan helemaal nergens goed voor was? Dat niet. Net als in het Tweede Kamerdebat van donderdag kwam opnieuw naar voren dat de coalitie diep verdeeld is over het stikstofbeleid. D66 wil zoals bekend gas geven en dus lanceerde Van Meenen de stelling: „Stikstofdoel 2030 negeren is stilstand creëren.”
CDA’er Theo Bovens stemde tegen, met als toelichting dat voor zijn partij het jaartal niet heilig is maar het doel wel. Schippers weigerde te stemmen omdat de stelling polariserend zou zijn. „Wat is dit nou voor coalitie?”, sarde GroenLinks-lijsttrekker Paul Rosenmöller ad rem. „Mevrouw Schippers, u kunt in de Eerste Kamer niet zeggen: ik doe even niet mee met de stemmingen.”
Weinig kennis
De meeste mensen hebben geen idee welke partij de grootste is in hun provincie. Ook de Commissaris van de Koning kent bijna niemand. Dat blijkt uit onderzoek van RTL Nieuws, uitgevoerd door DVJ Insights. In de meeste provincies weet twintig procent de juiste partij te noemen als grootste, in enkele provincies bijna niemand.
Als mensen wordt gevraagd naar de grootste partij in de Provinciale Staten van hun eigen provincie, denken verreweg de meesten dat dat de VVD is. Maar dat is slechts in de helft van de provincies het geval. In Friesland, Overijssel, Zeeland en Limburg is bijvoorbeeld het CDA de grootste, maar dat weet slechts een op de vijf inwoners. In Groningen en Noord-Holland weet respectievelijk 1 en 5 procent dat GroenLinks daar de grootste fractie is.
