Als praten niet meer lukt, ga je naar Oman
Het was weer eens zover, deze week. In Muscat, de hoofdstad van Oman op het Arabisch Schiereiland, werd de belangrijkste straat van de stad afgezet. De inwoners weten dan wel hoe laat het is: er komt een hoogwaardigheidsbekleder op bezoek.
Maar wie precies, dat is altijd een verrassing. De sultan van Oman, Haitham bin Tariq al-Said, staat erom bekend dat hij met iedereen uit de voeten kan, en iedereen met hem, dus je weet het nooit. Zo baarde de vorige sultan in 2019 opzien door de in de regio zeer omstreden Israëlische premier Benjamin Netanyahu te ontvangen.
Ook deze keer was het bezoek opmerkelijk. ’s Avonds, toen alles alweer achter de rug was en de wegen weer open waren, viel het verlossende woord. De nationale persbureaus van Oman en Syrië lieten nagenoeg tegelijkertijd weten wie de bezoeker was: de Syrische president Bashar al-Assad in eigen persoon.
Assad was en is door de oorlog in zijn land op veel plaatsen een persona non grata – in Nederland zou hij vermoedelijk direct worden opgepakt. Maar het neutrale Oman zag het wel zitten om hem te ontvangen.
Dat leverde niet alleen applaus op. Op het Arabische Twitter werd Oman een kankergezwel genoemd, omdat het de rode loper uitrolt voor oorlogsmisdadigers als Assad. Maar wie Oman volgt, weet dat het sultanaat haast nooit morele oordelen wil vellen. De buitenlandpolitiek van dat land is al vijftig jaar maar op één hoofddoel gericht: je niet bemoeien met de interne zaken van anderen.
Assads bezoek aan Oman laat twee dingen zien. Allereerst zet het de toon voor anderen: als het voorzichtige Oman het aandurft, gaan waarschijnlijk meer en meer landen de banden met Assad herstellen. Hij heeft de oorlog immers gewonnen –al is die nog altijd niet voorbij– en in de politiek doe je nu eenmaal zaken met de winnaars.
Verder laat het bezoek zien dat een land als Oman een onvervangbare rol speelt in het Midden-Oosten. Saudi-Arabië, Iran, Syrië, Irak, Israël: er is bijna geen land in de regio dat niet in de clinch ligt met buurlanden. Tussen veel staten zitten de diplomatieke kanalen potdicht. Oman is voor hen de ideale buffer.
Op die manier heeft Oman al bemiddeld tussen de Verenigde Staten en Iran, en tussen Jemen en Saudi-Arabië, om maar twee voorbeelden te noemen. Recent lekte uit dat ook Oekraïne en Iran in Oman besprekingen hebben gehouden, over het gebruik van Iraanse drones door Rusland in de oorlog in Oekraïne. Dat heeft nog niet veel concreets opgeleverd, maar er wordt in elk geval weer gepraat. Alle betrokken partijen weten dan ook: als je er samen niet meer uitkomt, kun je altijd nog naar Muscat.