Veel Oekraïeners in Renswoude: „Wij zijn een ijverig dorp”
Van alle Nederlandse gemeenten vangt Renswoude relatief gezien de meeste Oekraïense vluchtelingen op. Wat maakt dat de inwoners van het Utrechtse dorp zo gastvrij zijn?
Op het Dorpsplein in Renswoude ruikt het naar gebakken kibbeling van de viskraam. Mathilde (13) parkeert juist haar fiets op het plein. Ze moet een boodschap doen bij de Coöp. De Oekraïners zijn niet te missen in het dorp, vertelt de tiener. Elke dag ziet Mathilde wel kinderen naar school fietsen. Ze vindt het een goede zaak dat veel plaatsgenoten vluchtelingen opvangen. „Ik vind dat het je taak is om dat te doen. Ze moeten toch ergens heen? Je kunt ze niet aan hun lot overlaten.”
Gera (82) –met een boodschappentrolley– hoopt zelfs dat de Oekraïners nog lang zullen blijven. Daar zit wel wat eigenbelang bij, laat ze weten. „Eens in de veertien dagen komen er twee dames bij mij thuis twee uur schoonmaken. Dat doen ze netjes. Ze werken hard. En ze kletsen niet. Zolang vluchtelingen geen overlast geven, mogen ze van mij in Nederland blijven.”
Renswoudenaar Yme (69) heeft geen contact met Oekraïners. „Dat ze worden opgevangen, is een goede zaak”, zegt hij, terwijl hij zakken chips en flessen frisdrank in zijn kofferbak laadt. Het is hem om het even wat zijn dorpsgenoten doen. „Daar heb ik geen mening over. Of ze nu hier of ergens anders worden gehuisvest, het maakt mij niet uit.”
In de kringloopwinkel staan Sonja en Hennie achter de balie. Zij vinden dat Renswoude er wat betreft de opvang van vluchtelingen positief op staat. „Het nieuws verrast me niet”, zegt Sonja. Met nadruk: „Dit is gewoon Renswóú. Dat ons dorp zo goed scoort, is overigens ook te danken aan de burgemeester. Die doet heel goed haar best.”
Veel Oekraïners kwamen afgelopen jaar spullen halen bij de kringloopwinkel. „We zijn gul geweest. Als we de kans krijgen om te helpen, doen we dat.”
Dertig pallets vol
Hennie vertelt dat er vrijdag weer een grote vrachtwagen met hulpgoederen naar Oekraïne zal vertrekken. Wie daar veel voor regelt, is Hage Nap, die precies tegenover de kringloopwinkel woont. Aan de keukentafel vertelt hij dat dit alweer het zesde grote transport is met kleding, dekens en voedsel. „Ruim dertig pallets vol spullen. Uit Renswoude en Woudenberg.”
Nap is zo het vrijwilligerswerk ingerold, vertelt hij. En dat ervaart het lid van de hervormde gemeente in Renswoude als de leiding van God. „Drie jaar terug ging ik uit de kerkenraad. Na een poos begon het toch te kriebelen. Ik ging in gebed en vroeg God of Hij wilde aanwijzen wat ik kon doen in Zijn koninkrijk. En toen kwam dit op mijn pad, terwijl ik het niet zocht. Bijzonder mooi om te doen.”
Het verbaast Nap niet dat Renswoude veel Oekraïners herbergt. „Dat we in Nederland bovenaan staan, is wel verrassend.”
Als belangrijkste reden wijst hij naar de inzet van de burgemeester. „Zij heeft het voortouw genomen. Ze heeft hart voor mensen en dat straalt ze uit. Ze vroeg tijdens een bijeenkomst over de mogelijke komst van vluchtelingen ronduit wat een ieder zou kunnen bijdragen. Wat ook meespeelt: Renswoudenaren zijn nu eenmaal een ijverig volkje. Er wonen veel ondernemers. Velen willen een steentje bijdragen.”
Credits
Renswoude herbergt per 1000 inwoners 33 Oekraïners. Dat komt neer op ongeveer 150 mensen. De eerstvolgende gemeente, Gennep, heeft er 22 op de 1000. Burgemeester Petra Doornenbal wijt de hoge score van Renswoude in eerste instantie aan de wet van de kleine getallen. Als kleine gemeente kom je al snel boven het maaiveld uit. Toch erkent ze wel dat er sprake was van veel medewerking. „Op een gegeven moment raakten we in een flow. Het verenigings- en kerkleven is in Renswoude flink. Omkijken naar elkaar past bij de christelijke overtuiging.”
De loftuitingen aan haar adres van Renswoudenaars, wimpelt Doornenbal gauw weg. „We moeten mijn bijdrage niet groter maken dan die is. Als ik voel dat ik in de samenleving ergens de handen voor op elkaar kan krijgen, dan geeft dat mij vleugels. Ik ben dankbaar dat ik het vliegwiel heb kunnen zijn. Voor de goede orde: ik heb geen vluchtelingen in huis. Daar verdienen de mensen die het betreft de volle credits voor”, stelt de CDA-burgemeester enthousiast.
Waar haar eigen inzet vandaan komt? „Compassie. Vanuit naastenliefde”, heeft ze haar antwoord direct klaar. Ze geeft ondertussen een rondleiding door het oude gebouw van basisschool De Borgwal. Hier komen per 1 april maximaal 40 vluchtelingen te wonen, vertelt ze. De verbouwing is in volle gang. Een tegelzetter veegt het zweet van zijn voorhoofd. Een Oekraïense vlag wappert aan de gevel.
De nieuwe opvang moet gezinnen die al bijna een jaar Oekraïners in huis hebben wat lucht geven. „Het kan best belastend zijn”, weet Doornenbal. „Maar ik hoor ook dat sommigen hun gasten helemaal niet kwijt willen. We doen de mensen eenmalig het aanbod. Als er nog plekken openblijven, bieden we die aan buurgemeenten aan.”
Doornenbal pleit ervoor om te leren van de opvang van Oekraïners. „Gewone asielzoekers mogen nu niet werken, terwijl nu blijkt dat juist dat veel zingeving levert. Zelfs al zouden we asielzoekers terug moeten sturen, dan is het veel mooier als ze zich al die tijd nuttig hebben gemaakt. Dat ze een vak leerden of geld verdienden. Ieder mens wil er immers toe doen.”
Goed toeven
Een paar straten verderop, aan de Meidoornlaan, plaatste gemeente Renswoude drie woonunits voor Oekraïners. In een van de drie woont Iryna (42) met haar man en twee kinderen. Al verstaat ze al best een woordje Nederlands, zich verstaanbaar maken is nog lastig. Daarom vertaalt dochter Daryna (17) vanuit het Engels. Iryna vindt het goed toeven in Renswoude. „Een heerlijk rustig dorpje. Beter dan de luidruchtigheid van een stad. De mensen hier zijn vriendelijk en willen altijd helpen. Ook met ingewikkelde dingen zoals het openen van een bankrekening of regelen van zaken voor de gemeente. We zijn enorm dankbaar voor alle goede hulp.”
Hoe ze hun toekomst in Nederland zien, vinden ze lastig te zeggen. De oorlog duurt voort. Iryna werkt inmiddels wel vijf dagen per week bij de plaatselijke bakker. En haar man vond een baan als loodgieter. „We proberen de taal te leren. Ons leven is goed hier en daarom hoeven we niet per se terug.”