Schuldvraag in Turkije is onvermijdelijk
De verwoestende aardbeving in Turkije was „het plan van het lot”, zo hield de Turkse president Recep Tayyip Erdogan de slachtoffers voor. Met andere woorden: niemand kon hier iets aan doen, we kunnen het allen enkel ondergaan. Maar zo gemakkelijk komt hij hier niet mee weg. Tientallen advocaten deden deze week aangifte tegen Erdogan, ministers, lokale bestuurders en bouwbedrijven. De juristen houden hen verantwoordelijk voor het extreem hoge dodental van de aardbeving.
De aardbeving kon niemand voorkomen –dat betwisten de advocaten niet. Maar ze stellen de autoriteiten terecht aansprakelijk voor het feit dat het land niet was voorbereid op aardbevingen. Talloze appartementsgebouwen bleken niet aardbevingsbestendig. Het is daarbij niet zo dat vrijwel enkel oudere gebouwen zijn ingestort, zoals Erdogan wilde doen geloven. Soms nog gloednieuwe gebouwen zegen direct ineen. Ze voldeden zogenaamd aan alle voorschriften.
De aanklacht van de advocaten is niet mals: de Turkse autoriteiten hebben zich volgens hen onder meer schuldig gemaakt aan moord, gevallen van dood of letsel door nalatigheid, ambtsmisbruik, het blokkeren van communicatiemogelijkheden en fraude. De blokkade van communicatie duidt met name op het besluit van de Turkse regering om Twitter korte tijd uit de lucht te halen.
De prominente Turkse planoloog Tayfun Kahraman benadrukte dat er maar niet her en der fouten zijn gemaakt in Turkije. „Álles is hier misgegaan. We hebben onze steden simpelweg niet ingericht op een manier waarop ze bestand zijn tegen aardbevingen en andere rampen.” Dat kan wel, zo bewijzen landen als Chili en Japan.
Kort na de aardbeving schreef iemand: Dit is wat corruptie kost. Het gesjoemel met voorschriften door de autoriteiten en de zelfverrijking van aannemers vertaalt zich hier in het verlies van tienduizenden mensenlevens. Wie denkt dat corruptie tot een van de mindere zonden behoort, zal zich in het licht van het enorme leed in Turkije nog eens moeten bezinnen. Niet voor niets gaat het in de Bijbel keer op keer over het kwaad van de Mammon.
Het is goed dat de Turkse minister van Justitie heeft bezworen ieder die nalatig is geweest te vervolgen. Tientallen aannemers zijn inmiddels gearresteerd. Maar de aannemers hadden niet kunnen sjoemelen zonder dat ze bouwvergunningen hadden en zonder dat ‘onafhankelijke’ bouwinspecteurs hun handtekeningen zetten. Daarbij komt dat de wet- en regelgeving in de bouwsector steeds is aangepast, met als devies: hoe sneller bouwen, hoe beter.
De wetgeving in Turkije is het probleem niet. Na de aardbevingen van 1999, waarbij 18.000 mensen het leven lieten, namen de autoriteiten solide wetten aan om het land bestendiger te maken bij volgende bevingen. Alles draait echter om handhaving en de basale keuze dat economie niet voor alles gaat. Het is niet alleen Turkije dat daar moeite mee heeft.
Hoofdredactie