Havenbaas: Nederland dreigt achterop te raken in vergroeningsslag
Nederland en Europa dreigen achterop te raken als het gaat om de productie van hernieuwbare energie en het behouden van strategische industrie. Daarvoor waarschuwt topman Allard Castelein van het Havenbedrijf Rotterdam bij de presentatie van de jaarcijfers van Europa’s grootste haven. Hij wijst ook op het nog altijd niet opgeloste stikstofdossier.
De oorlog in Oekraïne heeft volgens de havenbaas de risico’s laten zien van een grote afhankelijkheid van één of enkele landen voor cruciale sectoren. „In die zin moet de oorlog een stimulans zijn om de weerbaarheid van Nederland en Europa op het gebied van energie en industrie te versterken”, zegt Castelein in een verklaring.
„Maar zaken als het gebrek aan tempo in het stikstofdossier, de hoge energieprijzen in Europa en de snelheid en schaal waarmee de Amerikaanse overheid nu de verduurzaming van haar industrie aanjaagt, dreigen Nederland en Europa op achterstand te zetten. Hierin moeten we echt naar een hogere versnelling.”
Het havenbedrijf vindt het vooral een punt van zorg dat bijna vier jaar na de belangrijke stikstofuitspraak van de Raad van State uit 2019 nog steeds onduidelijk is hoe Nederland uit de stikstofimpasse gaat komen. Vorig jaar kwam daar nog eens bij dat de Raad van State besliste dat bouwprojecten niet meer automatisch toestemming krijgen om tijdelijk stikstof uit te stoten.
Die laatste zaak ging specifiek over het CO2-transport- en opslagproject Porthos in de Rotterdamse haven. Om vertraging zoveel mogelijk te beperken is voor dit project inmiddels een speciale garantieregeling met het Rijk overeengekomen. Maar in Rotterdam staan nog veel meer grote projecten op de rol. Wil de industrie duurzaamheidsprojecten kunnen realiseren dan is er wel enige stikstofruimte nodig, aldus het havenbedrijf.
Financieel kende het havenbedrijf in 2022 niettemin een goed jaar. De omzet steeg met bijna 7 procent tot zo’n 826 miljoen euro, vooral doordat de verhuur van terreinen dankzij prijsherzieningen meer geld opbracht. De overslag bleef vrijwel gelijk. Onder de streep ging er met dik 247 miljoen euro evenveel winst in de boeken als in 2021.
Die „gezonde financiële positie” is volgens financieel directeur Vivienne de Leeuw ook belangrijk met het oog op de overgang naar hernieuwbare energie. Ze vergelijkt het havenbedrijf met een „investeringsmachine”. Zo wordt er veel geld gestoken in kademuren en steigers, maar ook in infrastructuur voor de energietransitie. „Door een haven met infrastructuur van wereldklasse te blijven, zorgen we dat dit een aantrekkelijke locatie blijft voor bedrijven om te investeren in de transitie.”