Buitenlandbuitenlandse zaken

Het Hongaarse volk wil maar één ding: overleven

Bijna had ik spijt naar Boedapest te zijn gegaan. Niet dat de stad niet langer een van de mooiste van Europa was. Maar die postercampagne tegen George Soros en Jean-Claude Juncker vond ik wansmakelijk.

17 February 2023 16:55Gewijzigd op 17 February 2023 17:04
Billboard van campagne tegen Soros (l.) en Juncker (r.) in 2019 in Hongarije. beeld AFP, Attila Kisbenedek
Billboard van campagne tegen Soros (l.) en Juncker (r.) in 2019 in Hongarije. beeld AFP, Attila Kisbenedek

Waarom gooide premier Viktor Orban zo stijlloos met modder? Iedereen snapt dat de Hongaarse premier heel andere idealen heeft dan –vooral– Soros. Donderdag nog sprak de Hongaars-Amerikaanse miljardair in München. Orban houdt zaterdag zijn troonrede. Wie de toespraken naast elkaar legt, zal opmerkelijke verschillen zien.

Opmerkelijk is dat veel mensen na twaalf jaar premierschap van Orban nog altijd een sterke behoefte voelen zich voor of tegen hem uit te spreken, ook christenen. Twee weken geleden nog kruisten een voor- en tegenstander de degens op de opiniepagina van het Reformatorisch Dagblad.

Blijkbaar is er geen makkelijk antwoord op de vraag of je als christen Orban kunt steunen. Dat heb ik ook niet. Ik denk wel dat het zinvol is vooraf een paar dingen te weten.

Ten eerste dit: de Hongaren wonen niet in West-Europa, maar in Midden-Europa. Als klein volk hebben ze zich eeuwenlang in een vreemde omgeving moeten handhaven. In geen van de buurlanden begreep men iets van hun taal. Allerlei vernederingen –zoals groot verlies van grondgebied na de Eerste Wereldoorlog– hebben het volk strijdbaar gemaakt.

De Hongaren hebben een sterk onderbuikgevoel: als natie overleven. Dit is zelfs een Bijbelse opdracht, vertelde een roomse priester me daar eens. In 1956 vond de eerste grote opstand in de Sovjet-Unie vond niet toevallig plaats in de Volksrepubliek Hongarije. De aansluiting bij de Europese Unie in 2004 had daarom maar één doel: overleven.

En dan nu het tweede: de EU is een West-Europees huis, bedoeld om na de Tweede Wereldoorlog de vrede te garanderen. De aansluiting van landen uit het Oostblok heeft dat ontwerp niet veranderd.

Om die reden zoekt de EU haar doel in het afbreken van grenzen en het integreren van volken. Toen Hongarije in 2015 een hek langs de zuidgrens plaatste, was dat voor de rest van de EU vloeken in de kerk. Maar een volk dat wil overleven, ziet immigranten als een bedreiging. Dat ook de EU-leiders nu zelf spreken over versterkte grensbewaking, zullen ze in Boedapest met een schamper lachje ontvangen.

Zo zijn er meer verschillen tussen West- en Midden-Europa. Zo stelt Hongarije een jonge moeder van drie kinderen vrij van belastingen en kan ze voltijds thuisblijven. Nederland kiest voor het tegenovergestelde: moeders moeten werken en immigranten vullen de krimp in de bevolking op.

West-Europa ziet het als logische trend het familierecht aan te passen aan de homorechten. Hongarije ziet dit als gevaar en wil kinderen „beschermen” tegen homoseksualiteit.

Nog één vraag: Hoort de Franse denker Montesquieu (1689-1755) nu bij West-Europa, of geldt zijn visie op de ”scheiding der machten” voor de hele wereld? Alleen als dat laatste zo is, kunnen wij van Hongarije (en Polen) eisen dat het de rechterlijke macht zijn onafhankelijkheid geeft.

Als West-Europeaan vind ik zo’n postercampagne tegen Soros en Juncker heel vreemd, maar misschien is dat een kwestie van smaak. Maar de scheiding der machten heeft al in zoveel landen stabiliteit gebracht, dat het ook het overleven van het Hongaarse volk kan dienen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer