Slimme ondernemer is crisiseconomie voor
Afgelopen maand presenteerde het Planbureau voor de Leefomgeving de tweede Integrale Circulaire Economie Rapportage. De hoofdconclusie is dat de grondstoffenproblematiek elk jaar toeneemt.
De Nederlandse economie is voor driekwart afhankelijk van import. Dat leerden we vroeger al op school bij aardrijkskunde, maar die afhankelijkheid wordt vanwege wispelturige markten en wereldwijde schaarste steeds voelbaarder. Of het nu gaat om hout, cement, elektronica of soja, bedrijven en consumenten komen steeds meer in de knel. In het rapport wordt, zoals de titel al aangeeft, de oplossing gezocht in de circulaire economie. Er wordt al heel veel jaren onderzoek gedaan naar dit idee.
Ondertussen blijkt wel steeds duidelijker dat het overschakelen op een circulaire economie niet zomaar tot stand komt. Een aantal jaren geleden was er nog het idee dat, met slimme verleiding, bedrijven vanzelf zouden omschakelen. De nadruk lag toen op nieuwe businessmodellen. Een aantal koplopers heeft het roer drastisch omgegooid.
Bijvoorbeeld IKEA. Dit bedrijf heeft al heel wat te verduren gekregen in zijn lange bestaan. Op internet zijn zelfs lijstjes te vinden van aanklachten over illegale houtkap, doordraaivlees in de gehaktballetjes of het gevaar van omvallende Billy-boekenkasten. IKEA wil echter graag bekend staan als een familiebedrijf met een huiselijke uitstraling. Daarom is het heel begrijpelijk dat al in 1996 de vele honderden vestigingen overstapten op een zeer ambitieus duurzaamheidsplan. Ondertussen zijn deze ambities vertaald naar doelstellingen om in 2030 geheel circulair en klimaatneutraal te zijn.
Afgezien echter van een handjevol bedrijven met een circulair businessplan, blijft het grootste deel nog achter. De grondstoffenschaarste wordt wel gevoeld, maar de urgentie is nog niet hoog genoeg om drastisch het roer om te gooien. Wie gaat die urgentie serieus nemen? Is dat de markt, die vanwege hoge prijzen onmogelijk kan doorgaan met materiaalverspilling? Of is het de consument die massaal gaat kiezen voor duurzaam en groen? Of gaat de overheid dit afdwingen?
De laatste vraag is wel een interessante. Wanneer is de grondstoffenschaarste zo schrijnend dat overheidsingrijpen nodig is? We hebben in het naoorlogse Europa zo’n schaarste meegemaakt in de eerste jaren na de Tweede Wereldoorlog. Oudere krantenlezers kunnen zich nog herinneren dat na de bevrijding heel veel spullen jarenlang op de bon bleven. De wederopbouw was volop gaande en grondstoffen en brandstoffen waren hard nodig voor reparatie en nieuwbouw. Rantsoenering was noodzakelijk.
Het Verenigd Koninkrijk kende de extreemste rantsoenering. Ook al behoorden de Engelsen tot de overwinnaars van de oorlog, het land zat al sinds 1943 volledig aan de grond. Zo was hout extreem schaars. Het was zo erg dat het onmogelijk was om alle huishoudens te voorzien van het meest basale meubilair. De Engelse overheid begon daarom met een eigen meubelprogramma, het zogenoemde ”Utility Furniture Scheme”. De meubels werden gemaakt met zo min mogelijk hout en zijn dus nog steeds heel herkenbaar vanwege de ranke uitvoering van pootjes, dungeschaafde latjes en smalle boekenplankjes. Op dezelfde manier was er ook een overheidsprogramma voor kleding. Deze vorm van Engelse crisiseconomie leidde ertoe dat Engeland tussen 1943 en 1952 zonder meer de meest circulaire economie van de recente geschiedenis had.
Overigens, IKEA-meubels lijken verdacht veel op de meubels uit Engeland in de jaren vijftig. Je kunt met een beetje googelen de ”First Utility Furniture Catalogue” uit 1943 vinden. Die ziet eruit als een eerste catalogus van IKEA. Dat is meer dan een toevallige overeenkomst, want de Engelse meubels waren zo licht mogelijk ontworpen, makkelijk in elkaar te zetten en eenvoudig te demonteren. Ontwerpprincipes die Ingvar Kamprad in 1947 overnam in zijn eerste IKEA-meubelshop, zodat hij met zo min mogelijk materiaal heel betaalbare interieurs kon leveren.
Is een circulaire economie dus alleen te bereiken in een crisiseconomie? Het is niet te hopen. We kunnen beter nu al beginnen met veranderen, voordat de overheid ingrijpt. Een beetje slimme ondernemer houdt liever zelf de regie, dan zich te laten voorschrijven door de regering.
De auteur is lector aan de Hogeschool Rotterdam en universitair docent aan de Technische Universiteit Delft.