Zeebeving heeft vooral kinderen getroffen
Het aantal kinderen dat slachtoffer is geworden van de tsunami in Azië, is onvoorstelbaar hoog. Er zijn ongeveer 50.000 kinderen overleden, 30.000 hebben hun ouders verloren en 1,5 miljoen kinderen zijn op andere manieren getroffen door de zeebeving van vorige maand.
„De levens van de kinderen zijn volledig ondersteboven gekeerd”, zegt Colleen Barton Sutton van de internationale hulpverleningsorganisatie Save the Children. „Voor sommige kinderen is geen gezondheidszorg, schoon water of onderdak beschikbaar.” Naar schatting heeft de ramp in totaal 163.000 dodelijke slachtoffers geëist, maar het dodental kan nog oplopen.
In de Indonesische provincie Atjeh kwamen 1500 onderwijzers om. Vijfhonderd scholen liepen schade op. In Sri Lanka zijn naar schatting 150 scholen beschadigd of vernield. In de hele regio worden scholen gebruikt om slachtoffers op te vangen of als mortuarium te dienen. In Sri Lanka zitten 244 scholen vol met vluchtelingen.
„Het is erg belangrijk om kinderen weer zo snel mogelijk naar school te krijgen”, zegt Carolyn Bartholomew van de Basic Education Coalition uit Washington. Scholen zijn volgens haar een veilige plek voor kinderen, waar ze weer langzaam kunnen wennen aan het normale leven. De Basic Education Coalition, waarbij onder meer World Vision, Africare, Christian Children’s Fund, CARE en Bread for the World zijn aangesloten, wil dat de VS bij de hulpverlening meer aandacht besteden aan basisonderwijs.
VN-coördinator Jan Egeland zei deze week tijdens een persconferentie dat hij er vertrouwen in heeft dat een tweede ramp -veroorzaakt door uitbraak van ziekten- kan worden voorkomen. „Veel kinderen hebben last hebben van ademhalingsproblemen en diarree, maar er zijn nog geen dodelijke epidemieën uitgebroken. We hebben sneller hulp kunnen bieden dan iedereen had verwacht”, aldus Egeland.
Het VN-kinderfonds Unicef heeft inmiddels een leidende rol genomen bij de bescherming van de tsunami-generatie tegen exploitatie, misbruik en ontvoering. „Het goede nieuws is dat de meeste benodigde hulp al onderweg is”, zegt Carol Bellamy van Unicef. Volgens haar is echter nog altijd haast geboden.
Om kindersmokkel tegen te gaan, heeft de Indonesische regering het vervoeren van kinderen zonder toezicht van een ouder verboden. Ook is adoptie niet toegestaan zolang niet honderd procent zeker is dat een kind geen verwanten meer heeft.
Volgens Bellamy moeten alle ontheemde kinderen in India, Sri Lanka en Indonesië zo snel mogelijk geregistreerd worden, een proces dat momenteel gaande is. Daarna moeten kinderen zonder familie tijdelijk worden ondergebracht bij volwassenen die voor hen zorgen. Vervolgens kunnen verwanten worden opgespoord. In de Srilankaanse media worden politie, overheid en burgers opgeroepen om te letten op kinderen die alleen rondzwerven.
In de Europese Unie ontstond vorige week controverse over de mogelijke opvang van duizenden kinderen in Europa. De Italiaanse eurocommissaris Franco Frattini (Justitie en Asielzaken) opperde die mogelijkheid in de Italiaanse krant la Repubblica. Volgens hem zijn duizenden Europeanen bereid de kinderen tijdelijk onderdak te bieden. Daarvoor zou de asielwetgeving wel verruimd moeten worden.
Momenteel bestaan er regelingen voor tijdelijke opvang van mensen uit landen die getroffen zijn door (natuur)rampen. Die gelden echter alleen voor volwassenen. Frattini zei de regels te willen aanpassen, zodat ze ook van toepassing zijn op kinderen. Een soortgelijke constructie werd in 1986 toegepast, toen kinderen die getroffen waren door de nucleaire ramp bij Tsjernobyl tijdelijk werden ondergebracht bij families in Europa.
De Nederlandse minister van Ontwikkelingssamenwerking, Van Ardenne, liet weten geen voorstander te zijn van de plannen van Frattini. Volgens haar is het beter de kinderen op te vangen in hun eigen land. „Ze hebben al zo veel te verwerken. Om de kinderen dan naar een andere regio overbrengen, lijkt me niet wenselijk”, aldus Van Ardenne.
Diverse Europese leiders hebben het voorstel van Frattini verworpen. Ook veel hulporganisaties voor kinderen zijn ertegen. „Als je kinderen wilt beschermen tegen ontvoering, dan is het slechtste wat je kunt doen ze uit hun omgeving halen”, zegt Salvatore Parata van Terre des Hommes in Brussel.
De organisatie vreest dat de adoptiedrang onder westerlingen de kinderen meer kwaad dan goed doet. „In het verleden hebben we gezien dat Europese regeringen zich meer inzetten voor de belangen van de adoptiefouders dan voor die van het kind”, zegt Parata.
De druk van adoptiefouders is extra hoog als het gaat om rampgebieden, omdat ze denken dat het dan gemakkelijker wordt om kinderen te adopteren, zegt Parata. „Door die druk dringen westerse regeringen er bij ontwikkelingslanden op aan om kinderen ter adoptie aan te bieden, zelfs als in het land zelf oplossingen gevonden kunnen worden.”