Opinie

Respecteer als refozuil schepping en democratie

De christelijke traditie kent vele fasen van vervolging en uitsluiting. Koester daarom de democratie en de geestelijke vrijheid. En laat de refozuil een bolwerk tegen radicalisering blijven.

Prof. dr. G.J. Buijs
16 February 2023 16:28
„In de zuilen leerde men te leven met de gebrokenheid en de voorlopigheid van de samenleving. Hier beneden is het niet...” beeld iStock
„In de zuilen leerde men te leven met de gebrokenheid en de voorlopigheid van de samenleving. Hier beneden is het niet...” beeld iStock

In Nederland maken velen, ook in de reformatorische gezindte, zich grote zorgen over de verdeeldheid in de samenleving. In recent onderzoek van het SCP staat ”polarisatie” hoog op de lijst van zorgen die mensen hebben. Dan gaan de gedachten gemakkelijk met een zeker heimwee naar ”vroeger”, toen het in Nederland gezelliger was, met minder verdeeldheid, denken we. Maar schijn bedriegt. Het hangt er maar van af wie je spreekt over ”toen”.

Laten we de eenheid in Nederland historisch niet overdrijven. Tot 1853 waren rooms-katholieken tweederangsburgers. Het kon er regelmatig heet aan toe gaan. Ik heb uit de eerste hand verhalen gehoord van mannen die als protestantse jochies regelmatig een partijtje gingen knokken met de rooms-katholieke jochies van het dorp. Kinderen zijn naar elkaar vaak hard en wreed (een empirische aanwijzing voor de erfzonde). Zelf kom ik uit een kring van afgescheidenen. Mij werd altijd te verstaan gegeven dat in de 19e eeuw ook ”wij” tweederangsburgers waren. Er was een vaderlandse kerk, maar die was niet de kerk des Vaders, want iedereen die werkelijk de hemelse Vader in Geest en in waarheid wilde aanbidden, werd daaruit gekieperd. Verderfelijk, zo’n vaderlandse kerk, zo heb ik geleerd. En dan heb ik het al helemaal niet over de socialisten, die zich langzamerhand als groep gingen vormen, mede omdat kerken zo goed wisten dat God armoede en uitbuiting echt wilde. En dus verlieten de echte arbeiders de kerk, om er nooit meer terug te keren, op wat uitzonderingen na. Geen heimwee naar de 19e eeuw dus.

Abraham Kuyper

Iets meer eenheid kwam er in Nederland, vreemd genoeg, door de verzuiling. Door eigen organisaties op te richten, konden heel verschillende groepen in de samenleving juist het gevoel krijgen dat ze meededen. Ze konden zo ook de eigen leden tot gerespecteerde burgers vormen.

Misschien was Abraham Kuyper wel de grote theoloog van de verzuiling. Voor hem was de verzuiling –dat woord is trouwens pas rond 1950 door een Haagse ambtenaar bedacht– echter geen ideaal, maar een manier om vanuit de eigen overtuiging de samenleving in bredere zin te dienen. Ruimte voor je eigen visie opeisen, betekende voor Kuyper tegelijk pleiten voor ruimte voor heel andere overtuigingen. Omdat niets erger is dan een staat die de geestelijke vrijheid beknot.

Begrijpelijk was dan ook dat Kuyper vanuit deze diepe overtuiging de beruchte woorden over het „weren en uitroeien van afgoderij en valse godsdienst” uit de Nederlandse Geloofsbelijdenis schrapte. Voor hem was dat een recept voor een totalitaire staat. Daarom: geestelijke vrijheid, maar tegelijk pleiten voor en vormgeven aan christelijke presentie in de samenleving.

Centrum van ons hárt

Waarom is het van belang deze geestelijke vrijheid en de principiële (niet de pragmatische) acceptatie van pluraliteit te benadrukken? Als we de geschiedenis doorlopen, zien we dat overal waar mensen samenwonen er een bijna onuitroeibare behoefte aan ”eenheid” gaat ontstaan. Volgens de beroemde 19e-eeuwse godsdienstsocioloog Emile Durkheim is het stichten van eenheid in een volk zelfs de kern van religie. Er is de onuitroeibare neiging om de publieke ruimte te bezetten met één godsdienst, één ideologie.

De visie die in de Bijbel hoe langer hoe meer doorbreekt en in het Nieuwe Testament vorm krijgt, is daarom het radicale afscheid van een ‘god’ als centrum van de samenleving. De samenleving dient in de kern seculier te zijn. De God van de Bijbel wil het centrum van ons hárt zijn, niet van de samenleving. En zo kunnen vernieuwde mensen, die van zonde en genade weten, juist ook dienstbaar worden aan de samenleving. Niet als een project waarin hun eigen opvattingen tot maat van de dingen gemaakt worden, maar „om de vrede te zoeken voor de stad”, want: „in haar vrede ligt uw vrede” (Jeremia 29:7). Geen samenleving als ”kerk in het groot”, maar een open platform waarin we het met elkaar, met heel verschillende levensvisies, moeten rooien. Goed zaad en slecht zaad groeien samen op.

Veruitwendiging

In de verzuiling was een vorm gevonden waarin mensen, ondanks diepe verschillen, toch in één samenleving konden samenleven. Met spanningen, maar die waren hanteerbaar. Omdat men binnen de eigen kring een waarheid kon ervaren en beleven als waarheid, maar tegelijk wist dat die waarheid niet de waarheid voor de samenleving als geheel zou kunnen zijn. In de zuilen leerde men te leven met de gebrokenheid en de voorlopigheid van de samenleving. Hier beneden is het niet…

Een effect van de zuilvorming was dat men samen kon werken aan politieke instituties die op de ene of andere manier een gezamenlijk idee van een leefbare samenleving belichaamden. Dit kreeg gestalte in sociale wetgeving en uiteindelijk in de verzorgingsstaat.

Maar de verzuiling had ook twee andere (onvoorziene) effecten. Ik neem de ”protestantse zuil” als voorbeeld. Allereerst verschoof het accent van een spirituele beweging, wortelend in Reformatie en Reveil, naar een sociologische beweging. Het werd geleidelijk een club, een ”bubbel” van gelijkgestemden. Laten we dit ”veruitwendiging” noemen. Een tweede effect van de verzuiling was de vorming van individuele leden tot zelfbewuste mensen. Mensen raakten ”geëmancipeerd”. Dat kon ook gaan betekenen dat men de zuil verliet. Vanaf eind jaren 60 gaat dit heel snel. We spreken dan van secularisatie, maar zouden ook van ”de-institutionalisering” kunnen spreken.

Nieuw eenheidscentrum

Hiermee, de exodus uit de zuilen, lijkt het dat een nog veel grotere pluraliteit gestalte krijgt – iedereen individu, iedereen vrij! De Canadese filosoof Charles Taylor spreekt van een uiteenspattende ster, van één levensbeschouwing naar een veelheid van levensbeschouwingen, heel individueel bepaald.

Maar dat is niet het hele verhaal. Vanaf de jaren 60 ging er ook een nieuw eenheidscentrum ontstaan. Er ontstond in Nederland een soort verlicht-rationele consensus rond technologische en economische vooruitgang en de gelijkberechting van alle individuen. Seculier ook. Een land waarin ieder zichzelf kan zijn en we het met ons allen steeds beter krijgen. Mensen die op bepaalde punten anders dachten, konden gemakkelijk als ”achterlijk” weggezet worden.

Het vermogen om met diepe verschillen tussen mensen om te gaan, verdampte geleidelijk. Opvattingen die enkele decennia eerder nog gewoon waren, kregen eerst een getolereerde minderheidspositie, waarvoor men eventueel nog een uitzonderingspositie wilde creëren (denk aan de trouwambtenaar), maar niet veel later werd deze ruimte opgeheven. Ieder moet hetzelfde denken. Dat lijkt zelfs een globaal project.

19060127.JPG
„Misschien was Abraham Kuyper wel de grote theoloog van de verzuiling.” Foto: standbeeld in Maassluis. beeld RD, Anton Dommerholt

Vandaag zien we de merkwaardige dubbelheid dat deze eenheid op een heel nieuwe manier verbrokkelt. De consensus barst nu uiteen. We zitten in een nieuwe strijdfase. In principe is dat gezond en past dat geheel binnen de kaders van een democratie. De strijd over erkenning van ”genderverschillen” of het slavernijverleden, over al dan niet vaccineren, over stikstofmaatregelen… het zijn legitieme politieke thema’s. Ook legitiem is dat mensen daarvoor de straat opgaan. De democratie draait nu op volle toeren. In een dictatuur zou het allemaal allang uit elkaar geslagen zijn.

De na de jaren 60 opgebouwde rationele wereld van bevrijding voor iedereen vertoont grote scheuren. Denk aan de kredietcrisis: een morele impasse. Denk aan de klimaatcrisis: onze levensstijl blijkt simpelweg niet houdbaar. We hebben een fantasiewereld opgebouwd en moeten plots afkicken.

Cultuuroorlog

Dat gevoel van onbehagen en verlies koppelt zich aan een begrip dat al een paar decennia hoe langer hoe meer naar voren gekomen is in de levensatmosfeer: identiteit. Mensen willen dat hun leven betekenis heeft, dat ze iemand zijn. Die behoefte aan identiteit raakt weer verbonden met de nieuwe media: die worden vooral een platform waarop ik mezelf kan etaleren. En daar zien we dan weer het bijzondere verschijnsel dat individuen zich clusteren, puur virtueel; ze vormen geen echte gemeenschappen maar ”bubbels”. Hier vindt een nieuw soort groepsvorming plaats van mensen die zich buitengesloten voelen door alle anderen –die noemt men dan gemakkelijk ”elite”– en zich als een bedreigde minderheid zien. De sociale media worden een platform van en voor slachtoffers, vaak gekrenkte narcisten.

Naar mijn besef is het beangstigend dat zich een nieuwe, fundamentele tegenstelling aandient, een nieuwe cultuuroorlog, tussen ”radicalistas” (radicalen) en ”moderatos” (gematigden). Voor de radicalistas is het jezelf zijn de maat van alle dingen geworden. Anderen zijn in de kern alleen maar obstakels. Moderatos kunnen hun standpunten enigszins relativeren, staan open voor debat, blijven respectvol. Zowel ”dissidenten” als vertegenwoordigers van de heersende consensus (FVD én D66) hebben de neiging om ”radicalistas” te worden.

Verontrustend

Na de jaren 60 begint in Nederland nog een heel nieuwe beweging, met een nieuwe zuilvorming: de ”refozuil”. Om een bastion op te werpen tegen de seculiere monocultuur gaat men zich alsnog organiseren. Anders dan bij de eerdere zuilen staat hier niet het meedoen aan de samenleving centraal, maar het zich afsluiten voor de samenleving.

De risico’s van zuilvorming houdt men echter niet buiten de deur. De overgang van een spiritueel-bevindelijke naar een sociologische beweging lijkt voortdurend aan de orde. De tijdgeest blijft niet op afstand. Het verloop uit de refozuil naar elders is behoorlijk groot. Ook de mentaliteit verandert.

De mate waarin juist mensen uit de refozuil meegegaan zijn in het technocratische moderniseringsverhaal, in de landbouw, in het bedrijfsleven, in het niet willen nadenken over alternatieven die meer recht doen aan mens en natuur, en daarmee aan de Schepper, is zeer verontrustend. De hang om aanhanger te worden van ”radicalistas” is onder refojongeren groot. Men heeft kennelijk wel geleerd dat de wereld vol vijanden zit, maar niet: „hebt uw vijanden lief”. De refozuil dreigt zo een gevaar voor de democratie te worden. En dat is precies wat de ”verlichte meerderheid” altijd vreest als het over religie gaat.

Adviezen

Denk opnieuw na over Kuyper, met zijn nog altijd intrigerende combinatie van het benadrukken van een diepe, religieus-levensbeschouwelijke antithese (”bijzondere genade”) én tegelijk zijn solidariteit met de hele samenleving (zoek de vrede voor de stad, ”algemene genade”). Reformatie van het hele leven, ook het maatschappelijke en economische leven, samen met een hartelijke beaming van de democratie en altijd met respect voor de ander, hoe anders ook. Want een tegenstander is nooit een vijand.

Laat de refozuil een bolwerk tegen radicalisering blijven. Hier beneden is het niet. Dus geen ”civitas christiana”. Dat is ketterij.

Wees alert op de diepste redenen voor het ”anders” (willen) zijn en wat in dit ”anders” zijn de boodschap voor anderen is. Ook het Leger des Heils heeft uniformen en is ”anders”, maar het is erin geslaagd een beeld op te roepen van echte betrokkenheid bij (kwetsbare) mensen. Het mag zich daarom vaak, net als de eerste christengemeente, verheugen „in de gunst van het hele volk” (Handelingen 2:47). Dat kan dus ook. Welke ”Christusbrief” geeft de refozuil te lezen? De kerk, en dus ook de refozuil, is een oefenplaats van liefdebetoon, jegens allen (2 Petrus 1:7).

De christelijke traditie kent vele fasen van vervolging en uitsluiting. Koester en bescherm daarom de democratie en de geestelijke vrijheid. Voor uzelf en dus ook voor anderen.

Amish

Hoewel men op het eerste gezicht overeenkomsten zou kunnen zien tussen de Amish in de VS en de refozuil in Nederland, is dat slechts schijn. De Amish denken na over hun verhouding tot het moderne leven, inclusief hun gebruik van de markteconomie, van het milieu, van landbouwtechnologie. In de refozuil is nog niet het eerste begin van een dergelijke houding aan te treffen.

Wat zou het een zegen zijn als juist vanuit de refozuil, met haar vele agrariërs, techneuten en slimme economen, er gewerkt zou worden aan alternatieven voor sectoren die door hun uitbuitende, modernistische technologie de aarde, de schepping Gods, inmiddels kapotmaken. Met een variatie op de eerdere tekst uit Jeremia: Zoek het welzijn van de schepping, want in haar welzijn zal uw welzijn gelegen zijn.

De auteur is politiek filosoof en hoogleraar maatschappelijke en economische vernieuwing aan de VU. Dit artikel is een samenvatting van de lezing die hij op 3 februari hield op het Congres Vianen rond het thema ”Sámen leven - Hoe één zijn we?”.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer