Aanklachten tegen leveranciers Ahold-dochter
De Amerikaanse justitie heeft donderdag negen verkoopdirecteuren van verscheidene bedrijven aangeklaagd omdat zij zouden hebben meegewerkt aan de fraude bij Ahold-dochter US Foodservice. Justitie beschuldigt hen ervan dat ze valse verklaringen voor inkoopkortingen hebben ondertekend, waardoor de gang van zaken bij US Foodservice beter kon worden voorgesteld.
De verkoopdirecteuren werkten onder meer bij de Amerikaanse voedingsmiddelenbedrijven Tyson Foods en General Mills. Zij zullen schuld bekennen, zo zei aanklager David Kelley in een toelichting. De fraude zorgde ervoor dat de winst bij US Foodservice met meer dan 800 miljoen dollar naar beneden moest worden bijgesteld.
Volgens justitie zijn bij US Foodservice verklaringen opgesteld die inkoopkortingen legitimeerden. Tegelijkertijd namen leveranciers in geheime zogenoemde side letters ook weer afstand van de financiële verplichtingen jegens US Foodservice.
Twee verkoopdirecteuren zijn ook aangeklaagd voor handel met voorkennis tijdens de overname van US Foodservice door Ahold in het voorjaar van 2000. Ahold betaalde toen bijna 4 miljard euro voor de voedingsdistributeur.
Ahold moest in februari 2003 onregelmatigheden bij US Foodservice erkennen, waarna een groot boekhoudschandaal uitbrak. Topman Cees van der Hoeven en zijn financiële rechterhand Michiel Meurs stapten toen op bij het supermarktconcern.
Vorig jaar juli ontvingen vier voormalige leidinggevenden van US Foodservice, financieel directeur Michael Resnick, marketingdirecteur Mark Kaiser en de inkoopdirecteuren Timothy Lee en William Carter, al een aanklacht voor de fraude. Lee en Carter troffen onlangs schikkingen met de Amerikaanse beurscommissie SEC. Zij betaalden boetes zonder de beschuldigingen toe te geven of te ontkennen. De zaken tegen Resnick en Kaiser lopen nog.
Ahold trof in oktober vorig jaar een schikking met de SEC. Het concern hoefde geen boete te betalen omdat het volledig heeft meegewerkt aan het onderzoek van de toezichthouder. In september was al geschikt met de Nederlandse justitie, waarbij een boete van 8 miljoen euro werd betaald. Tegen Van der Hoeven en Meurs lopen nog strafrechtelijke procedures.