Bouw 8000 woningen op de tocht
Aannemers kunnen de komende vier jaar zo’n 8000 minder woningen opleveren doordat de Raad van State de zogeheten bouwvrijstelling heeft geschrapt. Dat meldde het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) donderdag na berekeningen.
De uitspraak zorgt op nog veel grotere schaal voor vertraging. Volgens het EIB worden alle nieuwbouwprojecten erdoor getroffen. Bouwprojecten kunnen alleen nog doorgang vinden als vooraf wordt aangetoond dat ze geen schade aan beschermde natuur opleveren. Dat moet worden aangetoond met het rekenmodel Aerius.
Het EIB verwacht dat 90 procent van de nieuwbouw van woningen vrijwel geen stikstofneerslag veroorzaakt. Die bouw kan doorgaan, zij het met vertraging en tegen extra kosten. Voor nog eens 6 procent zijn de gevolgen voor de natuur naar verwachting „verwaarloosbaar”, maar dat moet met ecologisch onderzoek worden aangetoond. Dat brengt „beduidend meer tijd en kosten” met zich mee dan alleen een Aerius-berekening.
Voor 3 procent van de woningbouwplannen moet stikstofruimte worden gezocht. De bouw kan dan alleen doorgaan als andere bedrijven in Nederland, bijvoorbeeld in de landbouw, minder stikstof uitstoten. Die ruimte moet dan via zogeheten externe saldering overgeheveld worden naar de bouw. „Dit is een lastig traject dat veel tijd zal vergen”, stelt het EIB.
De bouwvrijstelling, die in de zomer van 2021 van kracht werd, hield in dat voor de bouw, aanleg en sloop van onder meer woningen, energieprojecten en wegen geen natuurvergunning nodig was. Bouwbedrijven hadden automatisch toestemming om tijdelijk stikstof uit te stoten. Sinds de uitspraak van afgelopen november moeten ze vanwege een mogelijk negatief effect op kwetsbare natuur voor elk project stikstofberekeningen maken.
In totaal worden door het wegvallen van de bouwvrijstelling in de periode 2023-2027 10.000 minder vergunningen verleend en 8000 minder woningen gebouwd, heeft het EIB berekend. Dit verlies aan bouwproductie betekent een schade van 3 miljard euro.
De extra tijd en menskracht voor berekeningen en onderzoek zijn voor bouwbedrijven ook een financiële tegenvaller. Alleen dit jaar al zullen de extra kosten oplopen tot 100 miljoen euro. Naar verwachting dalen die kosten in de volgende jaren wel wat.
Het EIB waarschuwde vorige maand al voor een fikse afname van de woningbouw in de komende jaren. Daarbij wees het bureau vooral op de gestegen rentes en materiaal- en loonkosten in combinatie met dalende huizenprijzen. Dit maakt het voor investeerders lastig winst te maken met de bouw van woningen.
Volgens het EIB is de voortgang van de bouw niet afhankelijk van het uitkopen van piekbelasters, omdat voor de meeste projecten alleen aangetoond hoeft te worden dat er geen onaanvaardbare stikstofuitstoot is. En waar dat niet lukt kan bijvoorbeeld door inzet van elektrische machines alsnog een vergunning verkregen worden. Alleen enkele grote projecten dicht bij de Natura 2000-gebieden kunnen profiteren van het uitkoopbeleid van de overheid. „De soms geponeerde stelling dat boeren snel uitgekocht moeten worden om de woningbouw niet op slot te zetten, is niet op feiten gebaseerd”, stelt het bureau.