,,Wij gaan voor 100 procent zekerheid
De lichamen van de Nederlandse slachtoffers die zijn geïdentificeerd op het Thaise eiland Phuket, worden naar verwachting snel naar Nederland teruggebracht.
Dat zei Pieter Wiersinga, teamleider van het Rampen Identificatie Team (RIT), donderdagochtend na aankomst op Schiphol. De Thaise autoriteiten zijn volgens hem juist vandaag begonnen met de procedure om het vervoer van de lichamen op gang te brengen.
Wiersinga is donderdag samen met ongeveer tien leden van het RIT, die op Phuket waren om te helpen bij het identificeren van de slachtoffers van de tsunami, teruggekeerd uit Thailand. De rest van het team is op het eiland achtergebleven om de aflossende ploeg in te werken.
Wiersinga vertelde dat de tweede ploeg „meer geordend aan het werk kan. Het wordt zo langzamerhand een geoliede machine. Er kunnen zestig tot zeventig lichamen per dag worden onderzocht”. De Nederlanders werken in een boeddhistische tempel nabij Khaolak, een van de drie locaties waar de lichamen worden onderzocht.
De identificatieteams moeten ongeveer 4000 slachtoffers van de tsunami in Thailand onderzoeken. Besloten is om 2000 lichamen waarvan werd verondersteld dat het om Thai gaat, ook te onderzoeken. Wiersinga: „Er was discussie of de Thai zelf voldoende in staat waren om te bepalen of iemand Thai was of niet. Het zou kunnen dat er bijvoorbeeld Japanners en Singaporezen tussen zitten. Daarom worden die lichamen ook allemaal onderzocht.”
Wiersinga vertelde dat hij in Thailand ook de geruchten had gehoord over een massagraf waarin mogelijk buitenlanders liggen. „Wij hebben daar gekeken en voor ons staat voor 100 procent vast dat het om inlandse mensen gaat.” Volgens Arie de Gelder, plaatsvervangend hoofd van het RIT, staan 31 mensen officieel nog als vermist te boek. „Van deze mensen hebben we alle gegevens en met alle nabestaanden hebben we contact.”
De internationale samenwerking - in totaal werken achttien landenteams samen in Thailand bij de identificatie van slachtoffers - verloopt volgens Wiersinga goed. De grootste les is volgens hem dat je als RIT heel snel ter plekke moet zijn om het werk zo snel mogelijk op te pakken. „De wereld zit internationaal in elkaar. Daarom moet je internationale afspraken maken over het identificeren van slachtoffers.” Wat dat betreft is deze ramp daar een goede oefening voor, meent Wiersinga.
Het werk gaat naar verwachting nog enkele maanden duren. Wiersinga zelf gaat over een week of drie terug om daar weer twee weken aan het werk te gaan. De RIT’ers lossen elkaar af, totdat het werk klaar is. „En we gaan er nog steeds van uit dat we alle slachtoffers kunnen identificeren.”