EU-landen willen landen aanpakken die teruggestuurden weigeren
De Europese Unie moet landen die weigeren afgewezen migranten terug te nemen strengere visaregels opleggen, vinden de EU-landen. Ze hebben de Europese Commissie opgeroepen in actie te komen en meerdere landen besproken die in aanmerking zouden kunnen komen.
De EU gebruikte de strafmaatregel ruim een jaar geleden voor het eerst, tegen Gambia. Zij had ook Bangladesh op de korrel, maar dat land toont beterschap, zei de Zweedse migratieminister Maria Malmer Stenergard na afloop van overleg met haar EU-collega’s in Stockholm.
Die waren bijeen in de hoofdstad van Zweden, dat de EU dit halfjaar voorzit, in een zoveelste poging het Europese asielbeleid vlot te trekken. Doordat er sinds het luwen van de coronapandemie weer meer migranten naar Europa komen voelen veel lidstaten de noodzaak daartoe weer.
Een flink aantal EU-landen vraagt opnieuw om grenshekken en andere barrières voor migranten te bekostigen met EU-geld. Ook wat Nederland betreft zou dat kunnen, zei staatssecretaris Eric van der Burg bij aankomst. Maar daar ziet de Europese Commissie nog steeds geen ruimte voor, zegt Eurocommissaris Ylva Johansson. Haar budget, dat de lidstaten nu juist hadden teruggeschroefd, gaat op aan zaken die voor de grensbewaking minstens even belangrijk zijn. Dat de commissie wel voor alles kan betalen noemt ze „een natte droom”. Al is Johansson niet principieel op het financieren van grenshekken tegen.
De commissie ziet wel wat in een proef met een snelle asielprocedure aan de buitengrenzen van de EU voor wie zich daar meldt, staat in een brief die voorzitter Ursula von der Leyen donderdag aan de EU-leiders heeft gestuurd. Dat doet denken aan een van de ideeën die Nederland voor het overleg van Van der Burg met zijn collega’s indiende. Die experimenten zouden al dit voorjaar moeten plaatsvinden.
Von der Leyen oppert in de brief verder onder meer dat de lidstaten af moeten stemmen naar welke landen ze onwelkome migranten veilig kunnen terugsturen. Ook wil ze gaan toezien op de registratie van migranten. Dat zou moeten gebeuren in het EU-land van aankomst, maar juist in landen aan de buitengrenzen gebeurt dat niet altijd.