In juni 2021 tikte het dagelijks EU-bestuur al achttien lidstaten op de vingers over hun laksheid om de Europese biodiversiteit tegen schadelijke exoten te beschermen. Nederland zat daar overigens niet bij. Sindsdien hebben veel van die landen stappen vooruit gezet, zegt de commissie. Maar deze laatste zes hebben nog steeds niet de nodige actieplannen opgesteld en uitgevoerd om de introductie en verspreiding van schadelijke uitheemse soorten aan te pakken.

Zo moeten landen maatregelen nemen om de invasieve exoten, die op een steeds bijgewerkte EU-lijst staan, op te sporen en uit te roeien. Soorten die al verspreid zijn moeten in toom worden gehouden. Er zijn ook wettelijke beperkingen voor het houden, importeren, verkopen en kweken van bepaalde soorten.

Exoten die in Europa als schadelijk worden beschouwd voor de natuur zijn bijvoorbeeld de nijlgans, wasbeer, muskusrat, de gestekelde duizendknoop, hoog pampagras en de reuzenberenklauw.