Dinsdag komen de senatoren alsnog bijeen om de voorgenomen uitgaven van het departement te beoordelen.

Zonder hun fiat zijn de bewindslieden Ernst Kuipers (D66), Conny Helder (VVD) en Maarten van Ooijen (ChristeUnie) niet gemachtigd geld uit te geven en dat gaat een meerderheid te ver. De begroting van VWS omvat veel meer dan alleen de jeugdzorg, zo redeneren de vier coalitiepartijen en PvdA, GroenLinks, fractie Nanninga, SGP en de Onafhankelijke Senaatsfractie (OSF).

Het afgelopen najaar schortte de Eerste Kamer de begrotingsbehandeling op om staatssecretaris Van Ooijen tot spoed te manen. Die bakkeleit al maanden met gemeenten over de vraag hoe de jeugdzorg doelmatiger kan worden vormgegeven. Een en ander moet uitmonden in een zogenoemde Hervormingsagenda.

Een akkoord daarover bleef tot dusver echter uit, vooral omdat gemeenten dit jaar 374 miljoen euro minder aan jeugdzorg mogen uitgeven dan waarop zij hadden gerekend.

Van Ooijen stelt dat gemeenten zich in 2021 al aan dat bedrag hebben gecommitteerd, bij het bespreken van het bindend advies van de arbitragecommissie-Van Zwol. In een brief die de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) vorige week aan de staatssecretaris stuurde, wordt dat echter betwist. „Zonder afgesproken agenda met feitelijke maatregelen is er geen enkele grond voor deze besparing in 2023”, aldus de gemeenten.

Risico

Van Ooijen heeft intussen toegezegd dat hij het risico van het niet behalen van de beoogde besparingen niet eenzijdig bij gemeenten wil neerleggen. Daarom gaat de Eerste Kamer ervan uit dat hij en de gemeenten er alsnog samen uitkomen. De Senaat geeft Van Ooijen overigens wel een deadline mee: voor 1 maart moet hij aangeven hoe partijen het financiële geschil oplossen.

Daarna wil de Senaat zo snel mogelijk met Van Ooijen in debat over de Hervormingsagenda.