Dobberen zonder vader en bellen blazen
Titel:
”Help”
Auteur: Margriet de Graaf
Uitgeverij: Callenbach, 2004
ISBN 90 266 1259 1
Pagina’s: 58
Prijs: € 7,95; Titel: ”Mijntje en Olle. Bellen blazen”
Auteur: Lijda Hammenga
Uitgeverij: Callenbach, 2004
ISBN 90 266 1256 7
Pagina’s: 79
Prijs: € 8,25;
Titel: ”Een cadeau voor opa Suus”
Auteur: Nettie Dees
Uitgeverij: Callenbach, 2004
ISBN 90 266 1235 4
Pagina’s: 56
Prijs: € 7,95.
Niet de fantasie, maar alledaagse gebeurtenissen lijken momenteel de hoofdmoot te vormen van nieuwe kinderboeken. Het resultaat is gemakkelijk herkenbaar voor kinderen. Verhalen die niet bijzonder, maar wel gewoon leuk zijn.
Door de eenvoudige zinnen en grote letter leent ”Help” van Margriet de Graaf zich om jonge lezers te boeien. Ook door de illustraties van Willeke Brouwer, waarbij vooral de gezichtsuitdrukkingen dynamisch zijn.
Op een warme zomerdag gaan Tes en Tom met de ouders van Tes naar het strand. Ze nemen de opblaasboot mee. Natuurlijk wordt de boot opgeblazen en gebruikt. Dan gaat het mis. Als voorlezer voel je het al aankomen, maar voor kinderen is het heel spannend, en zo is het verhaal ook geschreven. Wel heb ik mijn twijfels bij het onderwerp. Elke weldenkende Nederlander weet dat je nooit te ver met drijvende voorwerpen de Noordzee in moet gaan. Dat is vragen om problemen. Kinderen zouden dit nog wel kunnen doen, maar de vader die meedoet, zou beter kunnen weten.
Tes en Tom gaan op een gegeven moment toch dobberen zonder hun vader. Die is aan de praat geraakt. De reddingsbrigade moet er zelfs aan te pas komen om de kinderen te redden. Zo’ n boek heet terecht ”Help”. Waarom heeft de vader van Tes niet zelf aan de ouders van Tom uitgelegd wat er gebeurd is? Mooi dat er wel aandacht is voor de gevoelservaring van Tes. Ze werd rustiger in de boot door het zingen van ”Hoger dan de blauwe luchten”. Als God dan ook nog gedankt wordt voor Zijn zorgen, kan Tes lekker gaan slapen.
Gesprekjes
Mijntje Mollema, de vrolijke huisartsdochter, hebben we al leren kennen in ”Hallo met Mijntje”. In dat eerste deeltje leerde zij Olle kennen. Haar enigszins trieste vriendje zonder moeder speelt in veel verhalen een rol, maar niet overal. Kinderen tot een jaar of zeven zullen genieten van het voorlezen van ”Mijntje en Olle. Bellen blazen”.
De korte verhalen staan de ene keer op zichzelf, een andere keer loopt een verhaal juist door in de verschillende hoofdstukken. Dit werkt verwarrend. Een op zichzelf staand verhaal is vrij kort. Wil je zo’n verhaal een afgerond geheel laten zijn, dan moet je als auteur wel wat in huis hebben.
Evenals in het vorige deel blijf je als lezer na veel verhalen met vragen achter. De personages die opeens opdraven worden niet uitgewerkt. Ook probeert schrijfster Lyda Hammenga soms een doordenker toe te voegen die voor kinderen wat hoog gegrepen is. Zo merkt aan het eind van het titelverhaal Olle op: „Mooie dingen kun je niet vangen.” Het past wel bij het verdriet wat hij met zich meedraagt, maar niet bij de doelgroep.
Mijntje is wel en Olle is niet gelovig is, en dit leent zich voor allerhande gesprekjes. Olle komt vaak bij de familie Mollema over de vloer. Zo worden heel gewoontjes allerlei christelijke thema’s aan de orde gesteld: niet er duimendik bovenop maar wel eerlijk.
Mantelzorg is in onze maatschappij steeds meer nodig. In dit boekje worden kinderen hier vertrouwd mee gemaakt. Meneer van Dam moet opgenomen worden, waardoor er hand- en spandiensten nodig zijn. Ook zijn hond moet opgevangen. Je snapt wel wie daarvoor gaat zorgen.
Buurman
Is het toevallig dat ook in het nieuwste deeltje over Max van schrijfster Netti Dees de hulp aan een buurman centraal staat? Alsof ze het afgesproken hebben daar bij Callenbach. Ook opa Suus heeft een hond waar door ziekenhuisopname een plek voor gezocht moet worden. Natuurlijk komt Suus, zo heet de hond, bij Max terecht.
Aan iemand die ziek is wil je wat geven. Maar hoe kom je aan geld? De jongens verzinnen een creatieve methode, die ook nog blijkt te werken. Anders dan bij ”Mijntje en Olle” lopen de verhalen in ”Een cadeau voor opa Suus” door. De auteur werkt naar een centraal doel toe, waarbij wel eens wat voorvalt.
Leuk dat Nettie Dees het heeft aangedurfd de jongens hun eerste vriendenruzie te laten meemaken. Dit zijn verhalen waar kinderen onopvallend toch heel wat van meenemen in positieve zin. Er wordt niet paniekerig gedaan over de ruzie, maar naar een oplossing gezocht.
Witte pantser
Gedurende het hele boek speelt het genezingsproces van het been van Wouter een rol. In het vorige boek moest hij nog rusten. In dit boek is hij eerst met loopgips aan het oefenen, terwijl hij aan het eind van het boek zijn witte pantser kwijtraakt. Wat zullen de jongens in een volgend deeltje allemaal niet kunnen uithalen, nu ze die belemmering kwijt zijn?
”Een cadeau voor opa Suus” is prettig geschreven en heeft goedlopende zinnen. Bedoeld om voor te lezen. Maar als kinderen al een eindje gevorderd zijn met leesonderwijs, kunnen ze het ook lekker zelf lezen in een hoek van de bank.