Economie

„Veehandel-duizendjes zaten in m’n sok”

Z’n vader wilde dat hij burgemeester zou worden en stuurde hem daarom naar de mulo. Het bloed kroop echter waar het niet gaan kon: Dirk van Ieperen (72) werd veehandelaar. Na 51 jaar zette hij er tijdens de recente mkz-crisis noodgedwongen een punt achter. „Liefst was ik nog tien jaar doorgegaan.” Zijn wedervaren van een halve eeuw boekstaafde hij. In ”Handjeklap”.

Niek Sterk
12 January 2005 09:12Gewijzigd op 14 November 2020 02:05
BEESD – Dirk van Ieperen uit Beesd zette na 51 jaar een punt achter zijn loopbaan als veehandelaar. Hij schreef vervolgens een boek over die halve eeuw. „Het schuim van de handel is beter dan het vet van werken. Als boerenknecht verdiende ik op een lang
BEESD – Dirk van Ieperen uit Beesd zette na 51 jaar een punt achter zijn loopbaan als veehandelaar. Hij schreef vervolgens een boek over die halve eeuw. „Het schuim van de handel is beter dan het vet van werken. Als boerenknecht verdiende ik op een lang

Gedurende het gesprek roept hij het vele keren: „Het staat allemaal in m’n boek!” De derde druk van ”Handjeklap” telt 246 pagina’s. Dirk Koopman noemt de schrijver zich op de omslag. ”De autobiografie van een boerenzoon uit Vianen” luidt de ondertitel. Tussen eerste en derde druk schreef hij er hier en daar nog een stukje bij, geïnspireerd als hij was door z’n eigen vertellingen. Dat kon gemakkelijk, omdat het boek in eigen beheer werd uitgegeven.

Het is te koop in boekwinkels in de Alblasser- en Bommelerwaard en bij de schrijver zelf. Tegen zijn eigen verwachting en die van directe omstanders in, verkocht hij inmiddels „vele honderden” exemplaren. De makke van het boek is dat er geen goede redacteur naar keek en het nu wemelt van de taal- en stijlfouten. De charme ervan is de ’warmbloedigheid’ waarmee de veehandelaar zijn eigen historie aan het papier toevertrouwde.

Z’n vader was boer, maar de man had dat eigenlijk nooit moeten worden. Voor z’n zes kinderen ambieerde hij iets anders. Vier van de nazaten zouden emigreren, de jonge Dirk zou ook mee. Toen die echter eenmaal aan de veehandel had geroken, liet hij het grote verhuisplan varen. Aan zijn eerste stappen in de handel gingen wat mislukte baantjes vooraf. „Toen ik daarna koos voor boerenknecht, was m’n vader woest, hij keek me een halfjaar niet aan.”

Naast zijn werk op de boerderij ging Dirk handelen. „Het schuim van de handel is beter dan het vet van werken. De waarheid van dat gezegde werd me snel duidelijk. Bij de boer verdiende ik op een twaalfurige werkdag 16 gulden, een transactie met een paar kalveren leverde een veelvoud op.”

Veelkleurige bijhandel versmaadde Van Ieperen vooral in het begin niet. Met mollenvellen, konijnenvellen, paardenhaar en jonge geitjes toog hij naar de diverse veemarkten. „Alles moet je leren. Ik verkocht ooit een mooie paardenstaart van 4 kilo voor 6 gulden. Bleek die later het tienvoudige waard te zijn.”

De stap naar de fulltime kalverenhandel was snel gemaakt. „Tussen de 25 en 35 gulden per kalf, één gulden per vuile kilo. Zo van de koe via de markt naar de worstfabriek. Vanuit heel Nederland haalde ik ze. Geen dier stond er ooit bij me thuis.” Z’n eerste auto was een Morris Minor, maar in 1957 kocht hij het type auto dat decennialang bij veehandelaren hoorde: „Een Mercedes 180 diesel. Onverslijtbaar en ideaal om een veewagentje achter te hangen.”

Graskalveren, pinken, vaarskalveren, mestkalveren, fokkalveren, stierkalveren, van elke soort en maat kan Van Ieperen nog de prijzen met het jaartal erbij opdreunen. Zijn portefeuille aan een ketting in de binnenzak bevatte dikke stapels bankbiljetten, maar de duizendjes bewaarde hij in een van z’n sokken. Veehandelaren waren een geliefd doelwit voor overvallers, een van z’n naaste collega’s werd in Tiel slachtoffer van roofmoord. „Zelf werd ik een keer bijna gepakt met tussen de 20.000 en 30.000 gulden op zak. M’n herdershond voorkwam dat de overval lukte.”

Veehandelaars en -rijders hebben de naam niet altijd zachtzinnig met dieren om te springen. „Veedrijvers waren verreweg de ergsten. Volk uit de steden, dat bezweek voor een paar gulden. Het was wel eens een schande wat er gebeurde. Gelukkig verbeterde dat de laatste twintig jaar. Alles mocht vroeger ook naar de markt, nu komt een kreupel dier er niet meer in, dat moet rechtstreeks naar het abattoir. De keuring was in die tijd ook een wassen neus, die is nu heel streng.”

Het doek voor de meeste veemarktactiviteiten viel ten tijde van de recente mkz-crisis. „De markten moesten dicht, de veehandelaar werd een uitstervend ras. Nu gaat veel handel via internet, dieren gaan rechtstreeks van boerderij naar slacht. De markt viel er tussenuit, op een enkele kleine na, hier en daar. Volgens mij heeft de bond voor veehandelaars nog een kleine 2000 leden.”

Een ander hardnekkig vooroordeel dat veemarkten aankleeft, is drankmisbruik. Hoe kijkt Van Ieperen daar tegenaan? „Natuurlijk waren er missstanden, maar vaak berustte dat oordeel op misverstand. Veehandelaren haalden ’s nachts het vee op bij de boeren, verkochten de dieren heel vroeg in de morgen. Dan hadden ze hun brood en koffie al lang op. Aan het einde van hun werkdag, ’s morgens half tien, was het tijd voor een borreltje. Voor passerende burgers was dat een rare tijd voor alcohol. Drankgebruik was op ’t laatst trouwens helemaal voorbij, het werd veel te link. Ik hield het altijd netjes, maar heb een groot heimwee naar die tijd. In mijn 51 jaar als veehandelaar was ik maar één morgen ziek thuis.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer