Israëls ‘grote’ en ‘kleine’ geschiedenis
Naast de zorg die mensen in Israël hebben over de mogelijke gevolgen van het nieuwe beleid voor hun ‘kleine’ geschiedenissen is er bovenal die ‘grote’ geschiedenis van de Heere God, die met dat wonderlijke volk Zijn weg ging en gaat.
Als wij op school leren over geschiedenis gaat dat vaak over de ‘grote’ geschiedenis, die van koningen en veldslagen. Maar er is ook een ‘kleine’ geschiedenis, namelijk die van de gewone mensen die ’s morgens opstaan, hun werk doen en ’s avonds weer naar bed gaan. A.Th. van Deursen was een Nederlandse meester in het schrijven van die geschiedenis. Als je niet als toerist maar, zoals ik in de week voor Kerst, als gastspreker in Israël verblijft, krijg je even iets van die ‘kleine’ geschiedenis van dat land mee. Het was niet mijn eerste verblijf in Israël en ik had al verschillende aspecten ervan leren kennen.
Israël heeft bij ons verschillende gezichten, die lang niet altijd kenmerkend zijn voor de werkelijkheid. Veel mensen denken allereerst aan de plaatsen die een relatie met de Bijbel hebben. Dat zijn eigenlijk niet de meest representatieve plaatsen voor het huidige Israël. In de eerste plaats zijn vele van die plekken toeristisch wel erg ‘opgeleukt’ en daardoor weinig stichtend. Bovendien heeft het overgrote merendeel van de bevolking er niets mee.
Dan is er het beeld van de orthodoxe Joden die met sombere blik in hun lange, donkere gewaden rondlopen. Ook dat beeld klopt maar ten dele. Tijdens mijn verblijf was het Chanoeka (uitgesproken met de klemtoon op de eerste lettergreep). Op het grote Dizengoffplein in Tel Aviv zag ik diezelfde orthodoxe Joden uitzinnig van vreugde dansen om een levensgrote Chanoekakandelaar en aan het publiek soefganiot (een soort Berliner bol die hoort bij dit feest) uitdelen. Hoezo streng en somber? Wie zijn beeld van deze Joden wil bijstellen, moet maar eens op YouTube het filmpje bekijken dat te vinden is onder ”Mazel Tov! Dancing at the Grand Dirshu Siyum Hashas in Prudential Center”.
Er was op het Dizengoffplein ook een bandje dat liederen zong. Ik verstond de tekst niet, maar hoorde op een gegeven moment onmiskenbaar het woord ”Masjiach”. Waarschijnlijk werd daarmee Judas de Makkabeeër bedoeld, onder wiens leiding de herinwijding van de Tweede Tempel in 164 voor Christus kon plaatsvinden. Maar het kan goed zijn dat er een dubbele bodem in de tekst zat en dat achter Judas ook de grote Messias gezien werd die Israël voorgoed zal verlossen. Elke orthodoxe Jood gelooft in de komst van die Messias. In die zin zijn zij dus allen ”Messiasbelijdende Joden” en kun je de christen-Joden beter ”Jezus-Messias-belijdende Joden” noemen.
Praten over politiek
Nog een correctie op het beeld van Israël dat je als buitenstaander hebt, onderging ik toen ik mijn colleges ging geven aan de lerarenopleiding van het Beit Berl College. Daar bleken studenten met alle mogelijke achtergronden door elkaar heen te lopen. Hoofddoekjes, keppeltjes en onbedekte hoofden zaten onbekommerd naast elkaar in dezelfde zaal. Mijn cursus ging over ethiek en ik verbaasde mij erover dat ik zonder problemen kon verwijzen naar Bijbelse geschiedenissen, zoals de torenbouw van Babel en de zondeval. De studenten konden zo seculier niet zijn (en de meesten waren dat) of ze kenden die verhalen nog wel. Blijkbaar was dat voor hen een stukje cultureel erfgoed, net als de mezoeza’s die in de meeste hotels nog altijd aan elke deurpost te vinden zijn.
De voor mij meest verrassende correctie op mijn beeld van Israël was echter het volgende. In veel gidsjes over dat land staat bij de ”do’s and don’ts” dat je in een gesprek beter niet de politiek kunt aanroeren, omdat die altijd gevoelig ligt. Maar mijn collega’s waren maar al te gretig om daarover te spreken. Ze maakten zich namelijk grote zorgen over het nieuwe kabinet. Ze zagen er een rechtstreekse bedreiging in voor wat zij in de loop van jaren zo zorgvuldig opgebouwd hadden, namelijk een goede verstandhouding tussen de verschillende etnische groepen. Ze ervoeren het als pijnlijk dat niet ver van hun instituut Arabische dorpen door een hoge muur afgescheiden waren.
Ik bezocht een Arabische school in een naburige plaats die niet achter de muur lag en die uitstekende relaties onderhield met zijn Joodse omgeving. Leerlingen kregen daar ook in het leerplan respect voor andersdenkenden nadrukkelijk mee. Dat is de ‘kleine’ geschiedenis van gewone mensen die niets liever willen dan dat er zo snel mogelijk een einde komt aan het geweld in hun land, en die helemaal niet geïnteresseerd zijn in de vraag wie de goeden en wie de slechten zijn. Het Beit Berl College had een speciaal Time Tunnel-project om verhalen te verzamelen van zowel Joden als Arabieren over hun alledaagse ervaringen met contacten tussen beide bevolkingsgroepen.
Bedekking
Ondertussen is de ‘kleine’ geschiedenis wel onderdeel van de ‘grote’ geschiedenis. Allereerst in die zin dat mensen in hun dagelijkse leven zorgen hebben over de mogelijke gevolgen van het nieuwe beleid voor hun ‘kleine’ geschiedenissen. Maar bovenal is er die ‘grote’ geschiedenis van de Heere God, die met dat wonderlijke volk Zijn weg ging en gaat. Wij bidden dat de bedekking die er over Mozes ligt als de orthodoxe Joden in de Hebreeuwse Bijbel lezen, weggenomen wordt (2 Korinthe 3:14). Maar bidden we ook voor dat overgrote deel van de bevolking van Israël dat van die bedekking geen ‘last’ heeft, omdat ze Mozes allang niet meer lezen, maar toch de verhalen nog wel kennen?
Er is veel discussie over wat nu precies de betekenis is van de oudtestamentische beloften aan Israël. Maar zo veel is wel duidelijk dat Israël nog steeds het voorwerp van Gods bijzondere zorg is. Dat is lastig te ontdekken als je in een door en door seculiere stad als Tel Aviv loopt. Toch zijn er wel sporen van te zien. Op sabbat zijn er in Tel Aviv heel wat meer winkels gesloten dan op een zondag in een willekeurige grote Nederlandse stad. Ook het Chanoekafeest herinnert aan Gods bevrijdende daden. Zelfs al zou het verhaal van de olie die bijna op was en toch acht dagen lang de kandelaar brandend hield historisch niet kloppen, de geschiedenis van Judas de Makkabeeër is echt. Dwars door alles heen, ook door het beleid van Netanyahu’s nieuwe kabinet, loopt Gods ‘grote’ geschiedenis met Israël.
De auteur is hoogleraar christelijke filosofie aan de Technische Universiteit Delft.