„Alles wat mis kan gaan, gaat mis”
Titel:
”Archimedes, Newton, Murphy. Wetten uit de wetenschap”
Auteur: Hans van Maanen
Uitgeverij: Boom, Amsterdam, 2004
ISBN 90 8506 018 4
Pagina’s: 181
Prijs: € 19,50; Titel: ”Encyclopedie van misvattingen”
Auteur: Hans van Maanen
Uitgeverij: Boom, Amsterdam, 2004
ISBN 90 5352 834 2
Pagina’s: 304
Prijs: € 24,50.
De achterkant van het boek ”Archimedes, Newton, Murphy. Wetten uit de wetenschap” van Hans van Maanen schept hoge verwachtingen: „28 wetten, genoemd naar de bedenkers, geven een origineel beeld geven van de ontwikkeling van de wetenschap.” Na het lezen van de laatste bladzijde heeft de lezer echter 28 hapklare brokjes te verstouwen gekregen, maar geen beeld van de wetenschap door de jaren heen. Positief: De brokjes liggen niet zwaar op de maag.
Was de kroon die de goudsmid maakte voor koning Hiero II van Syracuse van zuiver goud of had de goudsmid er in het geheim wat zilver doorheen gemengd en de rest van het goud in eigen zak gestoken? De wet van Archimedes, de eerste die in het boek van wetenschapsjournalist Van Maanen aan de orde komt, geeft het antwoord.
De auteur, bekend van zijn ”Encyclopedie van misvattingen”, waarvan vorig jaar de zesde druk verscheen, weet ingewikkelde wetten op een eenvoudige, originele manier uit te leggen en geeft soms nuttige toepassingen. Voor „mensen die zichzelf te dik vinden”, bijvoorbeeld. De wet van Joule kan hen helpen op het streefgewicht te komen.
Toch zullen veel lezers bij wie de natuurkunde van de middelbare school is weggezakt, soms moeite hebben om bij de les te blijven. Bij de uitwerking van de wet van Bernoulli bijvoorbeeld. Van Maanen begint het stukje over deze natuurkundige -Nederlander van geboorte- overigens met een leuk detail: In het voorgeslacht van de wetenschapper zaten zo veel hoogleraren in wis- en natuurkunde dat de Bernoulli’s besloten om hen met volgnummers aan te duiden. Het gaat hier om Daniel I Bernoulli.
Dergelijke weetjes maken de verhalen smeuïg. Weinig lezers zullen bijvoorbeeld weten dat Ohm, bekend van de elektrische weerstanden, ook een geluidswet op zijn naam heeft staan; of dat Coulomb een uitgebreide studie gedaan heeft naar arbeidsproductiviteit; of dat de werking van een huisbarometer berust op een misverstand.
Toch laat Van Maanen wat steekjes vallen. Bij een beschrijving van Michael Faraday, een jonge boekbinder zonder veel scholing, verwacht de lezer toch minimaal dat de bekende kooi van Faraday ter sprake komt.
Ook de keuze voor wetenschappers lijkt soms willekeurig. Waarom behandelt de schrijver wel de wet van Weber, terwijl hij de veel bekendere wet van Moore over de toenemende complexiteit van computerchips voorbijgaat?
De meeste beschreven wetten hebben betrekking op natuur- en wiskunde. Aan het eind van het boek gaat de lezer bijna twijfelen aan de serieuze bedoelingen van de auteur. De wet van Murphy, die zegt dat alles wat mis kan gaan ook inderdaad mis zal gaan, is voor mensen die altijd in de langste rij bij de kassa’s staan heel herkenbaar, maar het is de vraag of hier nog wel sprake is van een wetenschappelijke wet.
Meestal laat de auteur een verband tussen de beschreven wetenschappers achterwege. Dat zorgt ervoor dat de lezer de wetenschapper en de wet niet altijd goed kan plaatsen. Een gedegen menukaart ontbreekt dus, maar de stukjes smaken in ieder geval naar meer.