„Na hartstilstand depressief”
Overlevenden van een acute hartstilstand hebben vaak last van depressieve en angstige gevoelens.
De klachten zijn veelal ernstiger dan die van bijvoorbeeld mensen die een hartinfarct hebben gehad. Dat stelt onderzoekster Helen Kamphuis van het Universitair Medisch Centrum (UMC) in Utrecht.
Zij deed voor het UMC en de Hartstichting onderzoek onder een groep patiënten die na een acute hartstilstand zijn voorzien van een Implanteerbare Cardioverter Defibrillator (ICD).
Een dergelijk apparaat, zo groot als een lucifersdoosje, voorkomt dat patiënten opnieuw door een hartstilstand worden getroffen. Dreigt er een nieuwe, acute hartstilstand als gevolg van een levensbedreigende ritmestoornis, dan geeft de ICD een stroomstoot af die het hart weer op gang brengt.
Jaarlijks krijgen 15.000 mensen in Nederland een hartstilstand. Slechts 20 tot 30 procent van de getroffenen, tussen de 3000 en 4000 mensen, overleven de hartstilstand doordat er door omstanders tijdig reanimatie wordt toegepast. Uit het onderzoek van Kamphuis blijkt dat 12 procent van de mensen die een hartinfarct hebben gehad na een jaar nog depressieve gevoelens heeft, tegen 37 procent bij dragers van een ICD.
Volgens Kamphuis zijn de klachten van patiënten die operatief of met medicijnen behandeld worden na een hartstilstand waarschijnlijk gelijk aan die van dragers van een ICD. „Mensen die een acute hartstilstand hebben gehad, reageren wezenlijk anders dan bijvoorbeeld kankerpatiënten of mensen die een hartinfarct hebben gehad. Hun situatie is wezenlijk anders, omdat zij het leven even hebben verlaten. Dat in een perspectief plaatsen is heel erg moeilijk.”