EU krijgt gelijk in ‘frietoorlog’ met Colombia
De Europese Unie heeft grotendeels gelijk gekregen in de ruzie met Colombia over diepvriesfriet uit Nederland en andere EU-landen. De Colombiaanse importheffingen op bevroren aardappelproducten uit Europa gaan tegen de regels van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) in, oordeelt de WTO.
De Colombiaanse regering legde de heffingen in 2018 op omdat Nederland, België en Duitsland hun diepvriesfriet onder de marktprijs zouden verkopen. Toen het niet lukte om er met de regering in Bogota uit te komen, stapte Brussel naar de WTO.
Arbiters van de internationale organisatie hebben nu bepaald dat het Zuid-Amerikaanse land de toegang tot de frietmarkt ten onrechte beperkt. Colombia heeft niet aangetoond dat er sprake is van dumping en moet de heffingen intrekken. Als het dat niet doet, kan de EU toestemming krijgen voor tegenmaatregelen als eigen heffingen op Colombiaanse exportproducten.
Nederland is de grootste aardappelproducent en -exporteur van de EU. De Europese Commissie kwam in actie mede op verzoek van bedrijven als Aviko, McCain en FarmFrites, die hun beklag hadden gedaan. Nederland en zijn twee buurlanden exporteerden in 2016 nog voor 23 miljoen euro naar Colombia.