Rutte neemt regie bij slavernij-excuses
Vriend en vijand zijn het erover eens dat premier Mark Rutte maandag op waardige wijze excuses aanbood voor het slavernijverleden. De premier heeft de regie op dit thema weer naar zich toegetrokken.
Premier Rutte krijgt geregeld veel kritiek. Soms is dat terecht. Hij ging in het verleden wel eens creatief om met de waarheid. Denk aan de functie-elders-discussie rondom het toenmalige CDA-Kamerlid Pieter Omtzigt.
Aan de andere kant is de minister-president als geen ander in staat om mensen aan zich te binden. Hij leidt niet voor niets al zijn vierde kabinet. Sinds augustus dit jaar is Rutte de langstzittende premier van Nederland.
Maandag liet de liberaal Rutte zien waartoe hij als politicus in staat is. Dat hij excuses zou gaan aanbieden voor het aandeel van de Nederlandse staat in de slavernij, stond wel vast. Maar de manier waarop hij dat zou doen, bleef tot het moment dat de premier zijn speech hield in het Nationaal Archief in Den Haag, onduidelijk.
In vier talen bood premier Rutte excuses aan „voor het handelen van de Nederlandse staat in het verleden. Postuum aan alle tot slaaf gemaakten die wereldwijd onder dat handelen hebben geleden. Aan hun dochters en zonen en al hun nazaten tot in het hier en nu.”
Rutte maakte zijn verhaal ook heel persoonlijk. Naar eigen zeggen maakte de premier, die ooit geschiedenis studeerde, ook een ontwikkeling door. Aanvankelijk zag hij het slavernijverleden als „een geschiedenis die achter ons ligt”. Maar zo voegde hij er direct aan toe: „Ik had het mis”. Hij ziet de gevolgen van „eeuwen van onderdrukking en uitbuiting” vandaag de dag nog in „racistische stereotypen, discriminerende patronen van uitsluiting en in sociale ongelijkheid”.
De speech van Rutte maakte grote indruk op de aanwezigen. Na afloop waren er emotionele reacties; sommigen omhelsden elkaar.
Vanuit de Tweede Kamer klonken waarderende woorden voor de toespraak van de premier. Nederlandse kenners van het slavernijverleden spraken ook hun waardering uit.
Dubbel gevoel
Maar vertegenwoordigers van de voormalige koloniën en belangenorganisaties legden na de toespraak van Rutte vooral de nadruk op de onverkwikkelijke discussie die de afgelopen weken ontstond over het proces richting excuses.
Dagmar Oudshoorn, voorzitter van het Adviescollege Dialooggroep Slavernijverleden, sprak van een dubbel gevoel. „Dit is een heel groot historisch moment, maar door het pad dat afgelopen tijd gelopen is, is de glans van het moment wel verdwenen.”
Rutte zou Rutte niet zijn als hij aan dit thema voorbij was gegaan. In zijn speech en daarna benadrukte hij dat de excuses niet zijn bedoeld om schoon schip te maken of het verleden af te sluiten. Ook hij betreurt de ruis die is ontstaan. De premier: „We doen dit nu om staande op de drempel van een belangrijk herdenkingsjaar samen de weg vooruit te vinden.” De excuses zijn een „komma, geen punt”.
Rutte kondigde aan dat de koning op 1 juli bij Keti Koti zal zijn, de dag waarop de bevrijding van de slavernij wordt herdacht. Dat is van grote symbolische waarde voor nazaten van de slavernij. Volgend jaar is het 150 jaar geleden dat de slavernij is afgeschaft.
Speelbal
Het kabinet heeft er niet voor gekozen om de excuses uit te stellen. Velen pleitten daarvoor, maar Rutte heeft die druk weerstaan, ongetwijfeld beseffend dat het kabinet daardoor een speelbal zou worden van de publieke opinie. Daar zit de premier enkele maanden voor de Provinciale Staten- en Eerste Kamerverkiezingen niet op te wachten. De conclusie kan niet anders zijn dan dat Rutte na weken van onverkwikkelijke discussies de regie op dit thema weer naar zich toetrekt.