Afgesproken is dat voor 2030 30 procent van al het landoppervlak, kustgebieden, binnenwateren en oceanen effectief moet worden beschermd. Opgeteld moeten landen vanaf dat jaar ook jaarlijks 200 miljard euro uittrekken om biodiversiteit te bevorderen. Hier gaat het om zowel privaat geld als middelen vanuit overheden. Ook moet voedselverspilling worden gehalveerd en moeten afvalproductie en overconsumptie „significant omlaag”.

Van der Wal zegt in een reactie dat afspraken over financiering, monitoring en rapportage „speerpunten van Nederland” waren. „Goed dat deze punten onderdeel zijn van het akkoord.” De minister is „heel blij” dat het is gelukt tot een akkoord te komen.

Nu er een akkoord ligt, roepen verschillende organisaties op tot actie. Greenpeace laat weten dat met „bescherming op papier” nog geen einde komt aan de „massale uitsterving” van soorten. Natuurorganisatie IUCN, die bekend is van de Rode lijsten van bedreigde plant- en diersoorten, zegt dat het akkoord op zichzelf nog geen verandering brengt, maar dat landen nu zelf concrete acties moeten ondernemen.