Op Curaçao, Aruba, Sint Maarten, Bonaire, Sint Eustatius, Saba en in Suriname zullen daarna verschillende Nederlandse ministers en staatssecretarissen een toelichting geven op de reactie van het kabinet op het rapport ‘Ketenen van het verleden’, waarin wordt gevraagd om erkenning, excuus en herstel voor het Nederlandse slavernijverleden.

De minister-president van Sint Maarten, Silveria Jacobs, heeft afgelopen woensdag in het parlement gezegd dat er volgens haar te weinig overleg heeft plaatsgevonden over de reactie op 19 december. Nederland heeft volgens Jacobs opeens haast. Ze kon dan ook niet zeggen of de eventuele excuses worden geaccepteerd of niet. Daarvoor moet eerst een adviescommissie haar werk hebben verricht, aldus Jacobs.

De organisaties die oproepen tot manifestaties vinden dat Nederland de excuses erdoor probeert te drukken zonder de vertegenwoordigers van de eilanden op een waardige manier erbij te betrekken. Ze beschuldigen Den Haag van ‘een gevoel van superioriteit’.

Op de eilanden is voor veel mensen nog onduidelijk wat er precies gaat gebeuren. De zaak krijgt bescheiden aandacht in (sociale) media op de eilanden.

Na de toespraak in Nederland van Rutte is er per eiland een verschillend programma. Op Curaçao zal staatssecretaris Alexandra van Huffelen (Koninkrijksrelaties) spreken in een park met daarin het standbeeld van de Curaçaose ‘nationale held’ Tula, die in 1795 een slavenopstand leidde en daarna door Nederland ter dood werd veroordeeld.