Cultuur & boekenBoek: Wij waren ik ben

Israel van Dorsten raakte zichzelf kwijt in een ongezond systeem

Het levensverhaal van Israel van Dorsten laat zien hoe ver de loyaliteit van een kind kan gaan.

Geertje Bikker-Otten
16 December 2022 11:44Gewijzigd op 16 December 2022 13:59
Israel van Dorsten vond de psychische manipulatie door zijn vader het ergst. beeld Sjaak Verboom
Israel van Dorsten vond de psychische manipulatie door zijn vader het ergst. beeld Sjaak Verboom

Zelfs toen hij niet langer geloofde in het gezag van zijn tirannieke vader schikte hij zich nog jaren in zijn lot –een geïsoleerd leven op een boerderij in Ruinerwold– omdat hij de eenheid van het gezin niet wilde schaden.

Enige tegenzin moest ik wel overwinnen voor ik aan ”Wij waren, ik ben” begon. Een boek over het leven op de inmiddels beruchte boerderij in Ruinerwold: ik vreesde voor akelige details en heftige emoties en voelde me al bij voorbaat een voyeur.

18885611.JPG
Maar die terughoudendheid bleek nergens op gegrond. Israel van Dorsten schrijft opmerkelijk onderkoeld over zijn leven en presenteert zichzelf niet als slachtoffer. Hooguit aan het eind van het boek, een beetje, als hij zich kritisch uitlaat over het uitblijven van reacties als hij eindelijk voldoende moed bij elkaar heeft geschraapt om hulp te zoeken. Dat hij in zijn relaas weinig emoties uit is een bewuste keuze. Hij wil in het boek zo dicht mogelijk blijven bij wie hij toen was. En in het gezin waarin hij opgroeide was er geen ruimte voor emoties, schrijft hij.

Slechte invloeden

De vader van Israel van Dorsten (1994) kwam als twintiger in de ban van de Moonsekte, waar hij later weer afstand van nam, en raakte er vervolgens van overtuigd dat hij de messias is. Hoe hij daarbij kwam en wat hij precies gelooft, blijft ook na lezing van het boek enigszins duister. „De redenaties van mijn vader waren vaak ondoorgrondelijk”, schrijft Israel daarover.

Zijn overtuiging leidde ertoe dat hij met zijn gezin steeds meer afgezonderd ging leven om besmetting met wat hij slechte invloeden noemde te voorkomen. De oudste drie kinderen werden nog aangegeven bij de burgerlijke stand en gingen naar school. Voor Israel, nummer vier, gold dat niet. Hij kreeg net als de jongere kinderen thuis les en moest als kind zo veel mogelijk binnen blijven, om niemand te alarmeren.

Dat isolement nam steeds extremere vormen aan. Als Israel op een avond in het najaar van 2019 besluit om hulp te zoeken en ’s nachts naar het dorp Ruinerwold loopt, is hij bijvoorbeeld negen jaar niet buiten de schutting rond het erf van de boerderij geweest.

Redder van de wereld

Vader Van Dorsten ziet zichzelf niet alleen als messias, hij is er ook van overtuigd dat hij het kind is van Jezus en Maria Magdalena. Hij beschouwt zichzelf als de redder van de wereld en is een groot deel van de tijd bezig met het voeren van een geestelijke strijd en het op schrift vastleggen van zijn gedachten en ideeën. Dat is de realiteit waarin zijn kinderen opgroeien.

Israel moest na het overlijden van zijn moeder een aantal jaren als medium fungeren: zijn vader communiceerde via hem met de geestenwereld. Of was het allemaal fantasie? Dat is een punt dat Israel in het boek een paar keer aanstipt. Ging hij mee in de gedachtewereld van zijn vader om hem tevreden te stellen? „Als ik met mijn volle verstand zou beseffen dat ik meedoe aan een totaal bizar fantasiespelletje, zou ik het nooit kunnen volhouden. Ik móét wel geloven dat het echt is. Het is de enige manier om te overleven.”

Tientallen persoonlijkheden neemt hij aan, hij is volgens zijn vader op een gegeven moment zelfs God. Als hij een medium is, en dat kan dagen en nachten duren, bestaat hij zelf niet meer. Dat is ook hoe Israel zijn eigen situatie, terugkijkend, beschrijft: hij is zichzelf kwijtgeraakt in een ongezond systeem.

Kneden en knechten

Het ergst vindt Israel de psychische manipulatie door zijn vader: daar gaat het in het boek dan ook vooral over. Hoeveel gezag die vader had en hoe hij zijn kinderen geestelijk probeerde te kneden en te knechten, wordt in dit boek naar mijn idee invoelbaarder dan bijvoorbeeld in het interview met Israel van Dorsten in RDMagazine in januari van dit jaar of in de documentaire ”De kinderen van Ruinerwold”.

Wat daarbij een rol speelt is wellicht dat Israel zijn verhaal in de ik-vorm vertelt: als lezer heb je het idee dat hij zich tot jou richt. En je ervaart met terugwerkende kracht een soort machteloze woede om wat die kinderen is aangedaan. Ze werden bijvoorbeeld dagenlang in een kast opgesloten om te bidden of om tot andere inzichten te komen.

De straffen zijn sowieso keihard. Als vader Van Dorsten meent dat de dan al volwassen Israel ongehoorzaam is of onder slechte invloed staat, moet hij drie dagen zonder eten buiten blijven om te bidden.

Hij is er lange tijd van overtuigd dat zijn vader zijn gedachten kan lezen, wat hem alleen nog maar meer macht geeft. Totdat Israel ontdekt dat zijn vader niet alwetend is, maar dat hij reageert op de schuldige houding van zijn zoon. Dergelijke scheurtjes in het beeld van zijn vader zorgen er uiteindelijk voor dat hij er op een gegeven moment toch voor kiest de boerderij te verlaten.

Dagboeken

De auteur doet zijn relaas in chronologische volgorde en baseert zich daarbij overwegend op zijn eigen herinneringen, ervaringen en gedachten. Hij schrijft wel over zijn vader –uiteraard: hij is degene die jarenlang zijn leven bepaalde– maar de overige gezinsleden houdt hij zo veel mogelijk uit de wind.

Dat hij in zijn verhaal vele details vermeldt komt in eerste instantie wat onwaarschijnlijk over: wie weet tien jaar na dato nog wat hij op een specifiek moment deed en wat hij daarbij voelde? Maar als je leest dat Israel door zijn vader werd aangemoedigd (of: gedwongen?) om dagboeken bij te houden, verdwijnt dat idee al snel weer naar de achtergrond. Hij had ook weinig anders om over te schrijven dan over zijn eigen gedachten en ervaringen.

Als lezer zie je Israel worstelen met de loyaliteit aan zijn vader en zijn gezin. Zijn vader dwingt hem om mee te gaan in zijn overtuigingen, maar Israel wil eigenlijk ook zelf het liefst dat het allemaal waar is. Dat is het veiligst. Maar uiteindelijk lukt het hem niet meer hierin te geloven.

Misschien houdt het boek op dit punt ook opvoeders in reformatorische kring een spiegel voor. Een innerlijke overtuiging kun je wel voorleven, maar niet opleggen of afdwingen door strenge regels of harde maatregelen. Geen mens heeft controle over de gedachten van een ander.

Boekgegevens

”Wij waren, ik ben. Weg uit Ruinerwold”, Israel van Dorsten; uitg. Pluim; 304 blz.; € 24,99

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer