Het lichaam van Tinka van Rooij werd op 9 juni dood aangetroffen in het water van de Nieuwe Merwede bij de Brabantse Biesbosch. Het lijk was verzwaard met scheepskettingen en gewikkeld in plastic folie. Justitie gaat ervan uit dat Tinka op 26 mei is vermoord. Hoofdverdachte is de 34–jarige A.N. (Norbart) uit Made, een kennis van Tinka uit het drugscircuit. Op de avond van haar verdwijning had Tinka een afspraak met hem. Volgens de advocaat van de verdachte kwam ze echter niet opdagen.

N. werd eerder naar het Pieter Baan Centrum gestuurd voor psychiatrisch onderzoek, maar hij weigerde elke medewerking. Tijdens de zitting gaf zijn raadsman M. van Stratum aan dat zijn cliënt die medewerking aan elke vorm van psychiatrisch onderzoek blijft weigeren. N. kreeg in het verleden al eens voorwaardelijke tbs opgelegd.

Behalve de man uit Made worden ook een 33–jarige man uit Oosterhout, een 40–jarige vrouw uit diezelfde plaats en haar 42–jarige broer uit Ulvenhout verdacht van betrokkenheid bij de moord. De advocaten van deze laatste twee verdachten vroegen de rechtbank vrijdag de voorlopige hechtenis van hun cliënten te schorsen, omdat hun rol beperkt zou zijn. Beiden waren betrokken bij het verbergen van het lichaam van Tinka en het uitwissen van de sporen. Het Openbaar Ministerie heeft hen ook het medeplegen van moord ten laste gelegd, omdat ze aanwezig waren bij de voorbesprekingen. De rechtbank heeft deze verzoeken afgewezen.

De zaak wordt voortgezet op 31 maart. In de tussentijd worden nog getuigen gehoord en rapportages opgemaakt.