Misbruik in RK-Kerk ook les voor protestanten
De voormalige paus Johannes Paulus II is van zijn voetstuk gevallen. De in 2014 inderhaast heilig verklaarde kerkvorst blijkt in de tijd dat hij aartsbisschop van het Poolse Krakau was meerdere gevallen van kindermisbruik door priesters te hebben verdoezeld. Volgens deskundigen zijn de bewijzen die journalist Ekke Overbeek boven water tilde, keihard.
Dat deze paus wist van misbruik, werd al langer geroepen. Toen de huidige paus besloot hem heilig te verklaren, werd hij al daarvoor gewaarschuwd. Vooraanstaande rooms-katholieken beweerden toen al dat Johannes Paulus II wegkeek bij aanklachten van seksueel misbruik in de periode dat hij aartsbisschop in Polen was. Nu blijkt dat hij geestelijken die schuldig waren aan dit kwaad overplaatste. Het gevolg was dat deze mannen in hun nieuwe standplaats jonge slachtoffertjes maakten.
Jarenlang is door Rome volgehouden dat paus Johannes Paulus II voor het eerst met misbruik bekend raakte toen hij in 1985 hoorde van uitspattingen door geestelijken in de VS. Daartegen trad hij op. Maar nu blijkt dat hij al op de hoogte was van de priesterlijke escapades voordat hij de opperherder werd van de Rooms-Katholieke Kerk. Daarmee staat hij niet langer te boek als de oplosser van het probleem, maar is hij zelf deel van het probleem geworden.
Deze conclusies zijn allereerst schokkend voor de rooms-katholieke wereld zelf. Een paus die nota bene ook nog eens heilig is verklaard, blijkt het kwaad te hebben toegedekt. Wat moet men dan met de heiligverklaring? Rooms-katholieken ontdekken dat ‘topgeestelijken’ geen heiligen zijn, iets wat protestanten altijd al beweerden.
De tweede vraag voor rooms-katholieken is: Hoe kan het dat in hun kerk een klimaat is ontstaan waarin het kwaad wordt toegedekt? Verschillende commentatoren noemen terecht de hiërarchische structuur van deze kerk als een van de factoren. Het toezicht is in handen van enkelingen, in dit geval de aartsbisschop, die in veel gevallen niet door anderen wordt gecontroleerd en gecorrigeerd.
Vaak wordt gedacht dat het celibaat waar geestelijken zich met hun gelofte toe verplichten de belangrijkste factor is. Zij zouden daardoor geen raad weten met hun seksuele verlangens. Toch blijkt dat van ondergeschikte invloed. Onderzoek wijst uit dat vooral hun geestelijke machtspositie de mogelijkheid creëert om zich te buiten gaan aan misbruik.
Tegelijk zijn de feiten een waarschuwing voor de protestantse kerken. Hun voorgangers en leden zijn evenzeer vatbaar voor verlangens die strijden met Gods geboden. Ook daar hebben voorgangers autoriteit en is er een risico dat zij die misbruiken. En ook daar kan de neiging zijn om kwaad van diverse aard toe te dekken.
De Bijbel leert dat mensen acht op elkaar moeten slaan en moeten strijden tegen het kwaad. De taak van de kerk is om overtreders tot bekering te brengen. Die opdracht ligt er voor de kerk van Rome en die van de Reformatie.