Wall Street weifelend over gevolgen banenaanwas voor rentebeleid
Wall Street vindt het lastig om de gevolgen in te schatten van de sterke banenaanwas in de Verenigde Staten voor het rentebeleid van de Federal Reserve. Na het verschijnen van het maandelijkse banenrapport van de Amerikaanse overheid gingen de beursgraadmeters vrijdag aanvankelijk omlaag. Maar later liepen de verliezen weer wat terug; de Dow-Jones eindigde zelfs nipt in de plus.
Die laatste graadmeter sloot 0,1 procent hoger op 34.429,88 punten. De brede S&P 500 daalde 0,1 procent tot 4071,70 punten. De Nasdaq verloor 0,2 procent tot 11.461,50 punten. De ontwikkelingen op de arbeidsmarkt spelen doorgaans een grote rol in het rentebeleid van de Federal Reserve. Als de banenmarkt afkoelt zou de Federal Reserve zich genoodzaakt kunnen zien om het kalmer aan te doen met het verhogen van de rente tegen de hoge inflatie.
Maar er bleken vorige maand juist veel meer banen bijgekomen dan alom verwacht. Daardoor zijn sommige beleggers bang dat de Amerikaanse centrale bank langer door kan gaan met het flink verhogen van de rente. En hogere rentes zorgen over het algemeen voor lagere beurskoersen omdat er dan minder geld naar aandelen zal vloeien als er een minder risicovolle manier is om rendement te halen.
Bij de bedrijven zakte DoorDash meer dan 3 procent. Analisten van investeringsbank RBC verlaagden het advies voor de maaltijdbezorger vanwege een vertraging van de ordergroei. Asana kelderde op zijn beurt bijna 11 procent. De aanbieder van software voor projectmanagement leed afgelopen kwartaal een verlies. Ook de verwachting voor het huidige kwartaal viel tegen.
Tesla ging licht hoger de handel uit. De autofabrikant leverde donderdag zijn eerste elektrische vrachtwagen af. Met de lancering stort Tesla zich voor het eerst op de markt voor elektrische vrachtwagens. Het was eigenlijk de bedoeling dat de Semi-truck al in 2019 de weg op zou gaan, maar door batterijproblemen werd de onthulling uitgesteld. Voedsel- en drankgigant PepsiCo mocht de eerste trucks ontvangen.
De euro was 1,0540 dollar waard, tegen 1,0513 dollar bij het slot van de Europese beurzen eerder op de dag. Op de oliemarkt werd onder meer gewacht op de vergadering van oliekartel OPEC, die zondag wordt gehouden. Daar beslissen de grote olielanden vermoedelijk dat ze hun productie in januari niet extra willen gaan verlagen. Een vat Amerikaanse olie kostte 1,3 procent minder op 80,17 dollar en Brentolie werd 1,2 procent goedkoper op 85,84 dollar per vat.