Eeuwig leven
Kolossenzen 3:4
„Wanneer nu Christus zal geopenbaard zijn, Die ons Leven is, dan zult ook gij met Hem geopenbaard worden in heerlijkheid.”
Jesaja zegt: „Ja, vanouds heeft men het niet gehoord…” (Jesaja 64:4). En Paulus zegt (1 Korinthe 2:9): „Hetgeen geen oog heeft gezien, en geen oor heeft gehoord…” En Openbaring 21:4: „God zal alle tranen van hun ogen afwissen; en de dood zal niet meer zijn, noch rouw, noch gekrijt…” De betekenis is: ik geloof dat hetzelfde leven dat in Christus Jezus is, in mij ook zal geopenbaard worden. „Uw leven is met Christus verborgen in God. Wanneer nu Christus zal geopenbaard zijn, Die ons leven is, dan zult gij ook met Hem geopenbaard worden in heerlijkheid” (Kolossenzen 3:3,4).
De uitdrukking ”eeuwig leven” bevat in zich al die zaligheid en blijdschap van de ziel en van het lichaam die de zielen straks na dit leven genieten, door Jezus Christus. De lichamen met die zielen verenigd, zullen die genieten wanneer ze zullen worden opgenomen in de lucht, opdat ze altijd met de Heere mogen zijn (1 Thessalonicenzen 4:17).
Ik belijd dat dit het eeuwige leven is, maar ik geloof ook dat het voor mij bereid en mij eigen is. Het bezit en aanvankelijk genot is in dit leven reeds. Christus bevestigt: „Voorwaar, voorwaar, zeg Ik u: die Mijn woord hoort en gelooft Hem Die Mij gezonden heeft, die heeft het eeuwige leven en komt niet in de verdoemenis, maar is uit de dood overgegaan in het leven” (Johannes 5:24).
Caspar Olevianus, hoogleraar te Heidelberg
(”Verklaring der Apostolische Geloofsbelijdenis”, 1868)