Binnen de Christelijke Opleidingsschool (COS) worden toekomstige docenten opgeleid op en met acht middelbare scholen. Het gaat om CSG De Lage Waard (Papendrecht), CSG Prins Maurits (Middelharnis), De Meerwaarde (Barneveld), Johannes Fontanus College (Barneveld), Ichthus College (Veenendaal), GSR (Rotterdam en Rijswijk), GSG Guido (Amersfoort en Arnhem) en Yuverta (Alphen a/d Rijn en Ottoland). De Goudse Driestar heeft al een soortgelijke samenwerking met het Calvijn College en Hoornbeeck College in Zeeland, evenals met zes reformatorische middelbare scholen en evangelische school De Passie.

Volgens Klaas Tippe, manager lerarenopleidingen bij Driestar, lopen echter ook „enkele tientallen” van zijn studenten rond op de acht scholen die samenwerken binnen de COS. Hij ziet daarvoor groeipotentie, aangezien het personeelstekort in het onderwijs toeneemt. Omdat zowel studenten van Driestar als CHE aan de slag gaan op de acht middelbare scholen, besloten beide hogescholen de handen ineen te slaan. Aanleiding hiervoor is de overheideis dat alle studenten van de pabo en lerarenopleidingen vanaf 2030 voor 40 procent op de werkplek worden opgeleid.

Studenten zullen lessen over hun vak op de ‘eigen’ hogeschool volgen. Voor Driestar-studenten kan dat gaan om godsdienst, geschiedenis, economie, Duits, Nederlands, Engels of wiskunde. De CHE biedt één lerarenopleiding aan: godsdienst. Het pedagogisch-didactische deel wordt centraal verzorgd door docenten of experts uit Ede en Gouda op de acht scholen die de studenten een werkplek aanbieden. Daarnaast dragen de schoolopleiders van de vo-scholen hun steentje bij.

Identiteit

„Christelijk onderwijs staat onder druk en dan vind ik het mooi dat we samen Bijbelgetrouw onderwijs kunnen vormgeven”, zegt Tippe. „De verschillen tussen CHE en Driestar wil ik niet verdoezelen. Maar we vinden elkaar in het beroepsprofiel voor de christelijke leraar dat Driestar twee jaar geleden opstelde. Daarin is de Bijbel de gezaghebbende bron voor de professionele identiteit van leraren. Dat profiel dekt samen met kernelementen uit het curriculum van de CHE onze gemeenschappelijke uitgangspunten.”

Momenteel zijn beide hogescholen samen met de vo-scholen bezig het curriculum te ontwerpen. Over de concrete vertaalslag van het beroepsprofiel kan Tippe daarom op dit moment nog niets zeggen.

De opleidingsschool richt zich in eerste instantie op schoolverlaters, maar biedt ook plaats aan zij-instromers.