Engels op basisschool krijgt onvoldoende
De leraren in het basisonderwijs zijn niet tevreden over de wijze waarop ze het vak Engels geven. Ze geven het onderwijs in het Engels als rapportcijfer een magere 5,6.
De onvrede over het vak leeft breed, maar de motivering verschilt wel per schoolsoort, zo blijkt uit onderzoek dat Het Onderwijsblad van de Algemene Onderwijsbond in samenwerking met de Radboud Universiteit Nijmegen uitvoerde.
De onderzoekers ondervroegen meer dan 500 leraren uit het basisonderwijs. De leraren vinden dat ze er niet goed voor zijn opgeleid om Engels te onderwijzen en dat er te weinig tijd is om het vak aandacht te geven. Het vak wordt ook niet systematisch getoetst.
Docenten uit het voortgezet onderwijs klagen over de enorme niveauverschillen tussen leerlingen die zij van verschillende basisscholen binnenkrijgen, waardoor leraren in het voortgezet onderwijs vaak gewoon opnieuw beginnen.
Een royale meerderheid wil het Engels in groep 7 en 8 verbeteren vóórdat het vak wordt uitgebreid naar lagere jaren. „Je moet nu als oplossing niet zomaar docenten uit het voortgezet onderwijs Engels laten geven op de basisschool”, stelt Liesbeth Verheggen, dagelijks bestuurder van de Algemene Onderwijsbond. „Voor de basisschool is Engels een vak als aardrijkskunde, rekenen of taal. Wie in het basisonderwijs gaat werken, moet dat kunnen. De pabo’s moeten echt werk gaan maken van dit vak.”
Verheggen meent dat de kerndoelen aangescherpt moeten worden, omdat kinderen buiten de school al veel Engels oppikken. Een meerderheid van de leraren vindt meer aandacht voor Engels nodig vanwege de belangrijke internationale positie van deze taal.