De moeder van Suzanna Jansen raakte haar baan kwijt toen ze trouwde
Het leven van een vrouw is in de twintigste eeuw misschien wel onherkenbaar veranderd. De komst van onder meer wasmachines, deeltijdbanen en de pil had verstrekkende gevolgen. Suzanna Jansen schreef een boek over deze veranderingen op basis van het leven van haar moeder.
Suzanna Jansen (1964) is de auteur van het vele malen herdrukte boek ”Het pauperparadijs”. Daarin geeft ze aan de hand van de lotgevallen van vijf generaties uit het voorgeslacht van haar moeder een inkijkje in anderhalve eeuw armoedebestrijding.
In ”De omwenteling” neemt ze het leven van haar moeder Elisabeth (Betsy) Jansen-Dingemanse als uitgangspunt, waarbij de focus vooral ligt op de sociale en maatschappelijke positie van vrouwen. Daarin is in een eeuw tijd ongelooflijk veel veranderd. Om een paar voorbeelden te noemen: Betsy Dingemanse werd geboren in 1922, het jaar waarin vrouwen voor het eerst naar de stembus konden. Toen ze in 1948 met Chris Jansen trouwde, moest ze haar kantoorbaan opgeven. Tot 1956 gold er namelijk een wettelijk arbeidsverbod voor gehuwde vrouwen in overheidsdienst. In datzelfde jaar werd ook de handelingsonbekwaamheid van gehuwde vrouwen opgeheven; voordien konden zij niet zelfstandig rechtshandelingen –een bankrekening openen, een arbeidscontract sluiten– verrichten.
Nakomertje
Jansen reconstrueert in dit boek hoe dergelijke ontwikkelingen het leven van haar moeder beïnvloedden. En omgekeerd: hoe zij (maar ook Suzanna en haar zussen) veranderde door wat er in de maatschappij gebeurde en door nieuwe mogelijkheden die zich aandienden.
Jansen verweeft daarbij vakkundig fragmenten uit het leven van haar moeder (anekdotes, getuigschriften, brieven) met meer objectieve bronnen als wetenschappelijke onderzoeken, boeken en krantenartikelen. Ze was zelf een nakomertje, dus kon ze maar beperkt uit eigen ervaringen putten. Haar oudste zus, vijftien jaar ouder, was bij het schrijven een belangrijke gesprekspartner: zij heeft het gezinsleven in alle prilheid en tijdens de naoorlogse armoede meegemaakt.
Jansen gunt zichzelf bij die reconstructie de nodige vrijheid als het gaat om het invullen van gedachten en dialogen uit het verleden; dat maakt het boek prettig leesbaar, maar doet ook wel de vraag rijzen waar de feiten ophouden en de fictie begint. Ze geeft regelmatig commentaar vanuit haar eigen, feministische positie, maar is daarin wel transparant. Het boek nodigt de lezer uit parallellen (of juist niet) te zoeken met het eigen familieverhaal.
Het leven van Betsy was vooral het leven van een huisvrouw. Al had ze dat zelf achteraf misschien graag anders gezien: ze haalde niet veel voldoening uit het huishouden, had graag bibliothecaresse willen worden.
De veranderingen in de maatschappij krijgen op allerlei manieren vat op huize Jansen. Betsy luistert graag naar een feministisch radioprogramma, waardoor ze vraagtekens gaat zetten bij alles wat ze altijd gewoon heeft gevonden. Op een gegeven moment staat ze erop dat haar man op zondag het eten kookt.
Het afbrokkelende gezag van de kerk (de familie Jansen was rooms-katholiek) komt een aantal keren ter sprake. Betsy gaat minder vaak naar de mis, omdat ze vindt dat de kerk vrouwen in de steek laat. Dit staat in groot contrast met de positie die de kerk in het begin van het huwelijk van het echtpaar had. Na drie snel opeenvolgende zwangerschappen gingen ze pas na toestemming van de kerk over tot periodieke onthouding.
Bij de strijd voor meer vrouwenrechten ging en gaat het er soms heftig aan toe, tijdens demonstraties en in publicaties. Echo’s daarvan weerklinken in het woordgebruik in het boek. In het hoofdstuk over de abortuswet staat bijvoorbeeld een heftig citaat van Joke Smit waarin vrouwen worden vergeleken met konijnen.
Kies exact
Het boek is chronologisch geschreven, met aan het eind van het hoofdstuk indien van toepassing veranderingen die voor vrouwen veel gevolgen hebben (gehad). De komst van de pil is er daar een van. Maar de verruiming van de Winkeltijdenwet in 1996 is volgens de auteur ook het vermelden waard: naar de supermarkt gaan kon voortaan ook ’s avonds. Hetzelfde geldt voor het wettelijk recht op werken in deeltijd, ingevoerd in 2000. Ook de beslissing van de SGP (in 2013) om vrouwen tot kieslijsten toe te laten is in het overzicht opgenomen.
Hoe je deze veranderingen ook waardeert: ze hebben gevolgen. Tijdens het lezen van dit boek werd ik me daar regelmatig van bewust. Ik herinnerde me opeens een overheidscampagne toen ik op de middelbare school zat: ”Kies exact”. Het doel was meisjes te stimuleren om vakken als wis- en natuurkunde te kiezen. Wat ik braaf deed; zonder het idee te hebben dat dat iets met vrouwenemancipatie te maken had. Het wettelijke recht op deeltijdwerk: idem dito. Ik vond het na jaren een volledige baan te hebben gehad best prettig om minder uren te gaan werken. Dat voelde niet als een geëmancipeerde stap. Misschien juist wel niet.
De omwenteling of de eeuw van de vrouw, Suzanna Jansen; uitg. Ambo|Anthos; 268 blz.; € 22,99