Op het partijcongres, zaterdag in Amersfoort, kwam een motie in stemming met daarin de uitspraak dat dit wél wenselijk zou zijn, als de Adviescommissie voor Vreemdelingenzaken hier ten minste positief over zou adviseren. Het voorstel werd nipt verworpen, met 42 procent van de stemmen voor en 45 procent tegen.

Het landelijk bestuur van de ChristenUnie had de motie vooraf niet overgenomen of ontraden, maar liet het oordeel over aan het congres. Dat was echter wel op voorwaarde dat er niet werd bedoeld dat er een quotum voor de totale asielopvang zou moeten komen.

„Dit gaat zeer zeker niet om een quotum”, aldus de indiener, Hildebrand Bijleveld, zaterdag. „Zo’n richtgetal is een stip aan de horizon”, zei hij.

Twee andere moties over asiel, die het bestuur had ontraden, werden verworpen, maar kregen de steun van een forse minderheid: 35 procent en 43 procent. De eerste motie verzocht de Tweede Kamerfractie om „met onmiddellijke ingang haar zorgplicht ten aanzien van alle (minderjarige) vluchtelingen te verlenen die hen rechtens toevallen en te herstellen in lijn met rechterlijke uitspraken”. Daarbij zou het staatsnoodrecht moeten worden ingezet. De andere motie verzocht de fractie onder meer om niet mee te werken aan een eventuele verlenging van de het uitstellen van gezinshereniging.

Lijsttrekkersverkiezing

De leden van de ChristenUnie willen evenmin dat er een lijsttrekkersverkiezing komt voor de verkiezingen voor het Europees Parlement in 2024. Een motie hierover, die door het bestuur was ontraden, werd verworpen (74 procent voor, 21 tegen).

Eén door het bestuur ontraden motie werd door het congres aanvaard. De indienen vroegen het landelijk bestuur daarin om in selectiecommissies voor kandidatenlijsten voortaan altijd minstens één persoon te benoemen die „langjarig werkzaam is geweest” buiten politiek, beleid, (semi-)overheid en non-profitdienstverlening.

Stikstof

Een motie over proefgebieden voor het terugdringen van stikstof vanuit de agrarische sector kreeg 94 procent van de stemmen. In Zuidoost Friesland, de Gelderse Vallei en De Peel zou boeren gevraagd moeten worden in gesprek te gaan met een commissie van mensen „die het vertrouwen genieten in de streek en de plaatselijke boeren kennen”. Dat kan gaan om een oud-burgemeester of oud-wethouder, maar ook om een predikant.

Door te kiezen voor een dergelijke aanpak kan het „in relatief korte tijd” duidelijk worden welke mogelijkheden de boeren in een bepaald gebied hebben, aldus de CU-afdeling Hoeksche Waard in de motie. Zo zal de inventarisatie duidelijk maken welke agrariërs geen opvolger hebben, wie bereid is zijn bedrijf door uitkoop te beëindigen en welke boeren in zijn voor verplaatsing naar een ander gebied.