Vierentwintig uur later beseffen Leandra Koppelman (16) uit Vriezenveen en Ruth Visser (15) uit Rijssen nog nauwelijks waar ze ja tegen hebben gezegd. De gezellige, ietwat drukke Leandra en vrolijke, rustigere Ruth zien toch wel uit naar wat de dag hun brengt. „Het is een uitdaging.”

Vier Duitsers graven een kuil. Slechts een enkeling waagt zich in het water van Noordwijk. Op het strand is het zo’n 22 graden. Een stevige zeebries speelt met het zand. Zo nu en dan breekt de zon door het dreigende wolkendek. De dames hebben zich in de reddingsbrigadepost in een mum van tijd verkleed.

Leandra is de sportiefste en Ruth de waterrat, verklaren ze voordat de challenge begint. Leandra: „Ik fietste vier jaar lang elke schooldag 40 kilometer heen en weer naar de Jacobus Frytier scholengemeenschap in Rijssen. Ruth: „Ik behaalde mijn zwemdiploma in een paar weken tijd.”

Maar wie van de twee wint de eerste uitdaging? Robert Hendriks, Nederlands Kampioen Lifesaving, schetst de situatie. „Als wij zien dat iemand op het water in nood is, sprinten we naar ons rescueboard, rennen we daarmee naar de zee en peddelen we naar de drenkeling toe.”

Het rescueboard is een veredelde surfplank waar de ”lifesaver” de drenkeling op kan trekken om die vervolgens veilig aan land te brengen. „Tijdens wedstrijden zetten we een parcours op van een paar honderd meter”, vertelt Robert.

Leandra kijkt verschrikt. „Een paar honderd meter? We kunnen ook een wedstrijdje wie-het-eerst-aan-de-overkant-is doen, suggereert ze ironisch. „Prima”, vindt Robert. „En de verliezer mag het strand opruimen.”

Even later rennen de vriendinnen met board en al de zee in. Officieel moet je er op je knieën opzitten, en met je armen peddelen. „Het ziet er eenvoudig uit, maar dat is het totaal niet”, weet Robert. En inderdaad, Leandra gaat bij de eerste poging direct kopje onder. Ruth peddelt 3 meter verderop met haar handen. Een aantal seconden. Dan klinkt een tweede gil.

Al snel krijgen de meiden er handigheid in. Ze peddelen om het hardst richting Robert, die 50 meter diep de zee in als boei fungeert. Gelijktijdig draaien de meiden om hem heen. Plat op hun buik maken ze, zeker nu ze richting het strand golfje-mee hebben, een flinke snelheid. Bijna gelijktijdig komen ze aan. Ruth net iets eerder. „Gefeliciteerd, maar ik hoef niet nog een keer” ,laat Leandra in één adem weten. „Volgens mijn vader is 1 gram zout per dag genoeg. Ik heb een halve liter binnen.”

Reddingsbrigade en sporten?

Met een verrekijker de zee afturen, verdwaalde kinderen met hun ouders verenigen en met een bootje over de zee sjezen. Dat is waar de meeste mensen aan denken als het over de reddingsbrigade gaat. Maar dat is enkel de waterhulpverleningstak.

Livesaving is echter óók een tak van sport bij de reddingsbrigade. De sport bestaat uit onderdelen op het water en op het strand. Denk aan sprinten over zand, een wedstrijdje zwemmen met een drenkeling in je armen en met een beachboard een parcours afleggen.


Dit is het vierde deel in de zomerserie ”Missie geslaagd?!”.