In Utrecht wemelt het van de cafetaria’s, restaurants en hotels, maar de auteurs van deze opdracht zijn vast niet zo vriendelijk dat ik van hen tegen betaling mag overnachten. Dus ik moet iemand zo gek zien te krijgen om een journalist die moe, bezweet en nieuwsgierig is, gratis onderdak te geven.

Wie ken ik tussen Utrecht en Gouda? In Utrecht studeert een jongen bij wie ik nog in de klas heb gezeten op middelbare school de Driestar in Gouda. Maar eigenlijk wil ik nog een stuk richting mijn eindbestemming Waddinxveen fietsen. Morgen giet het van de regen, is de voorspelling.

Te ver fietsen wil ik ook niet, want dan heb ik kans dat ik de volgende dag weer terug moet voor de laatste opdracht. En zo tob ik verder. Laat ik eerst de stad maar eens uit fietsen. Ondertussen plaats ik een oproep op Facebook. „Wie wil een kip en een journalist onderdak geven voor vanavond?”

Een paar kilometer ten zuiden van Woerden check ik wat het bericht heeft opgeleverd. Ook moet ik echt even uitrusten. Mijn kleren plakken aan mijn lijf. Het is warm en klam. De waterfles is leeg.

Geschatte aankomsttijd in Gouda: halftien. Geen tijdstip waarop mensen nog warm eten in huis hebben. Dus besluit ik eten en onderdak te splitsen. Bij het Wapen van Harmelen overtreft een bediende mijn verzoek om één warm en gratis frietje. „Nee joh, we laden wel een bord vol friet. Dan kom ik als katholiek bij die reformatorische mensen in een goed blaadje te staan.”

Een paar mensen doen grappig op Facebook. Een ander reageert serieus, maar moet het eerst nog aan haar moeder vragen. Dan hoor ik niets meer. Mijn broertje tagt een pabostudent, 25 kilo­meter bij mij vandaan. Ik besluit het initiatief te nemen en Benjamin de Kloe (20) uit Gouda te bellen. „O ja, dat kan, maar ik heb wel bezoek.” Ik beloof onzichtbaar te zijn.

Na een warme douche in de studentenflat hijs ik me in een stel schone kleren en word ik gezellig. Benjamin en ik babbelen twee uur lang over docenten op de pabo, toekomstplannen, wijnproeven, kerkgenootschappen en studenten­huisvesting. Dan haalt mijn gastheer een matras en slaapzak.

Mijn reiskameraad kip Kerrie heeft het zwaar; ze heeft de hele dag in de kartonnen doos gezeten. Dat schept een band. We zullen als gezworen kameraden thuis­komen.
’s Avonds geeft Kerrie me een presentje waar ze de hele dag op heeft zitten broeden. Als dank laat ik haar deze nacht rondlopen op het balkon van de studenten. Te midden van een frituurpan, een bierkrat en een zwabber.

De bruine presentjes die ze de volgende dag laat liggen, stemmen me minder blij. Wanneer ik de laatste envelop open, blijkt dat we afscheid moeten gaan nemen.


Survivaltocht van journalist met kip

Deze zomer kun je op reis met Puntuit­redacteur Arien van Ginkel (23). In het gezelschap van een kip fietst hij van de RD-redactie in Apeldoorn naar zijn ouderlijk huis in Waddinx­veen. De 190 kilometer lange route telt acht pitstops, verdeeld over drie dagen. Bij iedere stop opent hij een envelop met een opdracht van zijn collega’s. In ruil voor een klusje ontvangt hij een maaltijd of slaapplek.