Het is maar 5 kilometer fietsen vanaf de redactie in Apeldoorn. Aan de Bosjeslaan word ik begroet door meneer Kerpel, de vader van mijn collega. Het is de bedoeling dat ik reiskonijn Rabbi deze reis met me meeneem.

Maar Rabbi is niet in staat om te reizen, denkt Kerpel. Zodra ik het konijn zie, is duidelijk waarom. De nek van Rabbi is bijna kaal. In plaats van haren heeft hij een grote vieze bult op die plek. Onlangs leerde ik van een dierenarts dat konijnen vaak kanker krijgen, zeker als ze jongen. Rabbi is ziek.

„Als iets niet gaat zoals je denkt, moet je maar improviseren. Dat kun je vast wel”, was het advies dat ik meekreeg voordat ik op mijn stalen ros stapte. In een verlangen om aan de opdracht te voldoen en een hunkering naar gezelschap, vraag ik of Kerpel geen andere reislustige dieren heeft.

En wie schetst mijn verbazing; achter in de tuin staat nóg een hok. Een kippenhok. Kippen hebben een iets kleinere aaibaarheidsfactor dan konijnen, maar passen evengoed als een konijn achter op de bagagedrager.

Ducttape
De kip is zo gegrepen en krijgt in plaatsje in een flinke kartonnen doos uit het schuurtje. Een prima onderkomen voor mijn survivalvriend voor drie dagen. Vriend kip moet nog even wennen en steekt constant zijn kopje uit de doos.

Maar daar verzin ik wel wat op. Want ik heb geen zin in een snavel in mijn achterwerk. Voor de zekerheid sluit Kerpel de doos af met ducttape. Natuurlijk blijft er wel een kiertje over voor de frisse lucht. Het is nog even prutsen om de doos achter op de fiets te krijgen naast mijn tas met kleren en een laptop. Mevrouw Kerpel komt nog met een extra touwtje. „Ik ben een vrouw, maar ik denk dat-ie hierdoor nog steviger vastzit.” En gelijk heeft ze. De doos staat als een huis. Fier achter op de bagagedrager.

De anderhalf jaar oude kip gaat niet mee zonder een bakje voer. Het echtpaar Kerpel verzekert mij ervan dat ik morgenochtend geen kapot ei zal aantreffen in het kartonnen hok. Hooguit wat keutels. De kip legt niet meer.

Onderweg blijkt kiplief een gezellige reisgenoot te zijn. Ik doe al het werk, maar neem het haar niet kwalijk. Ik verwen haar onzelfzuchtig met een gratis wereldreis. Ze kakelt bij elke hobbel en geeft stribbelend aan wanneer de doos weer scheef aan mijn fiets hangt.

Het beste kan ik mijn kersverse reisgenoot bedanken voor haar aanwezigheid door haar een passende naam te geven. Ik noem haar Kerrie. Van die naam raken mijn speekselklieren op drift. En het klinkt ook gewoon gezellig. Het avontuur roept. Samen gaan we ver komen.


Survivaltocht van kip met journalist

Deze zomer kunt je met Puntuit meefietsen. Arien van Ginkel (23) gaat op pad samen met een kip van Apeldoorn naar zijn ouderlijk huis in Waddinxveen. De 190 kilometer lange route telt acht pitstops over drie dagen. Voor iedere maaltijd of slaapplek moet hij eerst een opdracht doen.  Zo zal hij de komende weken hout hakken met een dominee, een kinderboek voorlezen aan volwassenen en zich laten bijten door een politiehond. Bij ieder artikel hoort een vlog.