De regels zijn simpel: proef met een groep vrienden de ”jelly beans” en word verrast door een lekkere óf een enorm vieze smaak.
Het doosje ligt voor ons op tafel. Er is geen ontkomen meer aan. We halen het deksel eraf en kijken wantrouwend naar de felgekleurde jelly beans die voor ons liggen. Die moeten we dus gaan proeven. Evert griezelt. „Ik heb hier echt geen zin in.” Michiel daaren­tegen is optimistisch. „Zouden die snoepjes echt zo vies zijn als ze zeggen?”
We geven een zwiep aan het wijzertje, dat belandt bij... zwart. Die kleur kan ons zowel ”skunk” als ”liquorice” opleveren, staat er op het plaatje. Stinkdier of drop. Wat aarzelend pakken we alle drie een zwarte jelly bean en stoppen die in onze mond. Vol afgrijzen spugen Michiel en Evert het snoepje meteen weer uit in een gereedstaand kopje naast hen. Haastig klokken ze een paar slokken thee naar binnen om de smaak te verdrijven. Tevergeefs. Stinkdier blijkt hardnekkig op je tong te blijven plakken. Ik heb geluk: mijn jelly bean heeft een dropsmaak.


Tandpasta
Een volgende jelly bean die we uit het bakje moeten pakken, is blauw van kleur: bosbes of tandpasta. We halen onze schouders op. Tandpasta kan nooit vies zijn, toch? En dat blijkt te kloppen: voor Michiel en Evert wel zo fijn na hun kennis­making met stinkdier.
Stinksokken of tuttifrutti? Ik kan het niet laten om aan mijn snoepje te ruiken voor ik het in mijn mond stop. Slecht idee. Het stinkt. Ik weet het zeker: dit gaan mijn smaakpapillen niet waarderen. En jawel, dat klopt. Evert heeft ook misgegrepen. Nu heeft Michiel geluk: hij eet grijnzend zijn tuttifrutti op, terwijl Evert kokhalzend naar zijn spuugmok grijpt. Waar het naar smaakt? Oud, muf, beschimmeld karton. Niet dat we dat ooit geproefd hebben, trouwens.

Hondenvoer
Het vierde snoepje is groen van kleur: gras of limoen. Opnieuw zijn Michiel en Evert de ongelukkigen met hun grassmaak. Terwijl Michiel zijn afschuw goed weet te verbergen, roept Evert wanhopig uit: „Ik stop ermee, het is genoeg geweest.”
Hij voegt de daad bij het woord en Michiel en ik blijven over om de rest van de snoepjes te proeven: chocoladetaart of hondenvoer? Yes, chocoladetaart! Michiel spuugt de hondenvoersmaak uit. Kokosnoot of billendoekjes? Blèh, billendoekjes. Michiel eet grijnzend zijn kokosnoot-bean op. Karamel of beschimmelde kaas? Zeker weten dat ik karamel heb, maar Michiel hangt alweer boven zijn mok. Peer of snot? Ach jongens, dit is niet leuk meer. Snot!
Rot ei of butterscotch? Deze zorgt voor verwarring. Terwijl we tegelijktijdig het snoepje in onze mond stoppen, reageert Michiel extreem snel en heftig op de smaak. Hij spuugt de bean uit en rent naar de keuken om zijn mond te spoelen. Ook ik verwijder het snoepje, maar eerder van de schrik dan van de vieze smaak. Rot ei? Dat proef ik niet. En aan Michiels reactie te zien, kan die smaak je niet ontgaan. Maar geen denken aan dat ik mijn bevindingen ga controleren.
Evert kijkt lachend toe, blij dat hij aan deze kwelling is ontsnapt. Michiel komt weer terug, nog wat bleek om zijn neus. „Jongens, wat was dít snoepje smerig.”
Opgelucht dat het proeven voorbij is en de tranen van het lachen uit onze ogen vegend, bergen we het spel op. Wie weet, kunnen we een collega nog eens zo gek krijgen om een jelly bean te proeven. Maar één ding is zeker: voor ons was dit eens maar nooit weer.


Dit is het tweede deel van De Test, een vierdelige zomerserie, waarin Puntuit nieuwe producten of diensten uitprobeert. Volgende week woensdag deel 3.