Niet één Nederlander zal het in zijn hoofd halen om het woord ”ik” met een hoofdletter te schrijven. Hoewel? Er is één uitzondering: in wetsvoorstellen gebruikt koningin Beatrix een hoofdletter als zij zichzelf bedoelt:„Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is...” En dan volgt de reden van het wets­voorstel.

Die hoofdletter is ouderwets, net als het majesteitsmeervoud (”Wij”). Beatrix gaat met haar tijd mee. In haar toespraken is ”ik” altijd met een kleine letter geschreven: „Gaarne hef ik het glas op Uw gezondheid, Mijnheer de President.” Of: „Kapitein, ik wens U met deze hoogste onderscheiding van harte geluk.” Zo hoort het. U met een hoofdletter, ik met een kleine letter. Het tegenover­gestelde zou hoogmoedig zijn, zelfs voor een koningin.

Hoe komen Engelstaligen er dan bij om ”I” te schrijven, maar niet ”You”? Hebben zij zo’n ”dikke ik”, oftewel een groot ego? Je zou het haast denken. Aan de andere kant: ”I” is wel een kort woord. Het kortste Engelse woord zelfs, naast ”a”. „I have a dream today.” Geen ”ich” of ”ik”, maar een eenvoudig ”I”. Heel bescheiden. Maar waarom dan met een hoofdletter?

Het Engelse gebruik om ”ik” met een hoofdletter te schrijven, gaat zeker terug tot de veertiende eeuw. In de Bijbelvertaling van John Wycliffe uit 1395 luidt Genesis 3:10: „And Adam seide, Y herde thi vois in paradijs, and Y drede, for Y was nakid, and Y hidde me.” ”Uw” (”thi”) werd dus met een kleine letter geschreven en ”ik” (”Y”) met een hoofdletter.

Als de Britse koningin Elizabeth een boodschap stuurt aan een collega-staatshoofd, schrijft zij ”you”, niet ”You”. Ook als ”u” of ”uw” naar God verwijst, wordt er in het Engels een kleine letter gebruikt: „For thine is the kingdom, and the power, and the glory, for ever.” Die kleine letter heeft niets te maken met een gebrek aan eerbied.

In het Oudengels (ook bekend als Angelsaksisch) en het Middel-engels van de middeleeuwen werd ”ik” op verschillende manieren geschreven: ”ich” of ”iċ” en later ”y” of ”i”. Maar kun je ”i” nog een woord noemen? Volgens Van Dale is een woord „een groep van spraakklanken met een eigen betekenis.” Een betekenis heeft ”i” zeker, maar een groep van klanken valt er niet in te ontdekken.

In elk geval is ”i” met een kleine letter wel een héél klein woord. Je zou er bijna overheen lezen, of denken dat het een drukfout is. Ondertussen is ”ik” een van de meest gebruikte woorden. Een kleine i is voor zo’n belangrijk begrip gewoon te priegelig. Daarom maakten de Engelsen de i iets langer. En daar komt dus die hoofdletter vandaan: geen dikke ik, maar een lange ik.