Ik heb iets met spinnen. Noem het een spannende verhouding. Verwelkom ik de herfst om uiteenlopende redenen, zijn boodschappers die mijn huis binnendringen kan ik niet luchten of zien.

Diep respect heb ik voor natuurliefhebbers die een kolossale kruisspin liefdevol naar hun tuin verplaatsen. Zelf pas ik maar één remedie toe: ópzuigen, die harige en kippenvel opwekkende griezels. Zo snel mogelijk. De gedachte dat een achtpoot na een comateuze fase weer opkrabbelt en wraakzuchtig de stofzuigerslang uitwandelt, blokkeer ik.

Duld ik geen spinnen in mijn huis, in de tuin kan ik de ragfijne webben enigszins waarderen. Bekleed met dauwdruppels pronken ze in de vroege morgen als fascinerende kunstwerken tussen boom en blad. Opvallend: de vormgever van het web hangt roerloos in het centrum. Ondersteboven.

Waarom? Omdat een spin altijd op zijn hoede is. Zelfs in zijn eigen web is-ie niet veilig. Neem vogels; daarvoor is een spin een heerlijk hapje. Zodra een spin gevaar bespeurt, vlucht hij. Als-ie dat heel snel wil doen, laat hij zich uit het web vallen en bungelt dan aan de draad waar hij het web ook mee heeft gemaakt.

Je raadt het al: als de spin met zijn kop omhoog in het web zou zitten, zou hij verstrikt kunnen raken in zijn eigen web als hij zich laat vallen. En in de kuil vallen die voor een ander gegraven is, zogezegd.

Dat een spin überhaupt niet verstrikt raakt in z’n eigen web, is even waar als wonderlijk. Een kruisspin maakt dankbaar gebruik van de drie haakjes die aan de uiteinden van zijn poten zitten. Met het middelste haakje wordt de spindraad vastgepakt en stevig tegen een paar speciale haren geklemd. Dankzij dit handige grijp­systeem kunnen spinnen door hun web lopen zonder te blijven plakken.

Wist je trouwens dat een kruisspin bijna elke dag een nieuw web weeft? Het oude web eet hij gewoon op!

Lijken spinnen zich in de herfst als een plaag te verspreiden, ze worden stuk voor stuk meestal niet ouder dan een jaar of twee. De kruisspin bijvoorbeeld leeft maar één jaar. In de winter zit-ie in een soort ei, een spinsel. In het voorjaar komen de kleine spinnetjes uit. Aan het einde van de zomer, begin van de herfst zijn ze volgroeid en zien we de spinnen dus het meest.

Aan het einde van de herfst gaan de spinnen vaak dood, maar voor hun levenseinde leggen ze nog eitjes en zorgen ze ervoor dat die goed verpakt zitten. In het voorjaar kruipen de nieuwe spinnetjes dan uit het spinsel. Kruisspinnen zien dus nooit hun ouders.

Allee. Een béétje studie naar de spin levert een hoop inzichten op. Dat wel. Maar een innige relatie met de achtpoot? Die blijft uitgesloten.


Heb je ook een intrigerende vraag? Mail deze naar info@puntuit.nl en we zoeken voor jou naar het antwoord.
>>puntuit.nl/daarom