Voorafgaand aan een debat over de Dordtse Leerregels leest Len-Marie voor uit een hertaling van het geloofsdocument. Uit hoofdstuk 1: over de verkiezing en de verwerping.

Diezelfde leerstellingen klonken maandag exact 400 jaar geleden in de Grote Kerk in Dordrecht. Daar werden deze woorden voor het eerst publiekelijk voorgedragen. Met deze leeruitspraken veroordeelden de aanhangers van hoogleraar Gomarus de volgelingen van Arminius. Die laatsten leerden dat het een vrije keuze is van mensen om te geloven of niet. Een dwaling, oordeelde de synode na 179 vergaderingen.

„Mogelijk is door deze synode een burgeroorlog voorkomen”, stelt burgemeester Wouter Kolff (VVD) van Dordrecht in zijn openingswoord. „Al zouden we zo’n ontmoeting nu anders vormgeven. Vierhonderd jaar geleden dacht men dat je eenheid kon krijgen door die af te dwingen. Nu weten we dat vrijheid alleen bestaat in verscheidenheid. Als we respect hebben voor elkaars meningen, of je nu homo of hetero bent, moslim of christen.”

Toekomst
Het bedehuis puilde vier eeuwen geleden uit van de synodeleden en belangstellenden. Nu debatteren twaalf havo- en vwo-scholieren van vier verschillende Dordtse scholen met elkaar over de vrije wil. De tien meiden en twee jongens nemen plaats op de zwarte kuipstoeltjes rond de tafel aan de voet van de preekstoel. In het hart van een gebouw dat al zo veel heeft gezien.

Claire van het Johan de Witt-gymnasium windt er geen doekjes om als ze een minuut de tijd heeft om een stelling te poneren. „God is niet Degene Die bepaalt wat er gebeurt. Dat hebben we zelf in de hand. Je bepaalt zelf welke studie je gaat doen en hoe je je inspant om je leven te verbeteren.”

„Bepaal je ook zelf waar je bent opgegroeid, of hoe je opvoeding eruitziet?” wil Elise van het Wartburgteam weten. „Het gaat mij erom dat je zelf in de hand hebt hoe je met de omstandigheden waarin je wordt geboren, omgaat”, meent Claire. „Je kunt in een rijk gezin worden geboren, maar als je niks doet, komt er ook niks van je terecht.” „Je kunt invloed hebben op je toekomst”, geeft Wartburgdebater Len-Marie toe. „Maar je kunt je toekomst niet bepalen. Je hebt niet alles in de hand.”

Claire mag afronden. „Onze toekomst hebben we zelf in de hand. En als je gelooft dat God een medebepalende kracht is, is dat mooi voor je.” Een man in het publiek staat op. „Jullie moeten blij zijn dat God je leven leidt. De mens, die vertrouw ik niet.” „In mijn beleving heeft geloof juist vaak voor oorlogen gezorgd”, reageert Claire richting de senior. Noor van het Stedelijk Dalton Lyceum: „Ik ben niet gelovig opgevoed. U kunt niet zeggen over anderen dat God hun leven leidt.”

Democratie
De discussie gaat verder. Het Wartburg pleit voor een scheiding van kerk en staat. „Jezus zei: „Mijn koninkrijk is niet van deze wereld””, weet Elise. „Maar een scheiding van kerk en staat betekent geen scheiding van kerk en religie.”

„Regels in onze samenleving moeten niet zijn gebaseerd op een boek dat heel lang geleden is geschreven”, zet Minke van het Stedelijk Dalton Lyceum de aanval in. Elin van het Insula College valt haar bij. „Als de staat gaat samenwerken met een bepaalde religie, krijgt één geloof voorrang en zullen minderheden zich gediscrimineerd voelen.” „Er is nu al een kloof tussen politiek links en rechts in Nederland. Laten we een religieuze kloof voorkomen”, bepleit Claire van het Johan de Witt.

„We zijn het erover eens dat de kerk niet aan het roer van de staat moet staan”, besluit Wartburgleerlinge Elise. „Maar christenen moeten, net als andere religies en levensbeschouwelijke stromingen, in de Nederlandse democratie de ruimte krijgen.”

Leerlingen van alle vier de scholen vinden het debat voor herhaling vatbaar. „Als je met je klas debatteert, vindt iedereen ongeveer hetzelfde”, meent Elin van het Insula College. „Nu heb je veel meer verschillende meningen.”

Het Wartburg College wint het debat, oordeelt de jury onder leiding van journalist en opinieleider Bart-Jan Spruyt. Teamleider Elise Priester verbaast het niets. „We hebben nog vakantie, dus de insteek was: niet gaan, of winnen. We kozen voor het laatste.” De reformatorische scholieren hadden een kennisvoorsprong, legt ze uit. „Wij zijn in deze stof ondergedompeld en ermee grootgebracht.”

Soms hadden hun argumenten nog beter uit de verf kunnen komen, denkt Elise. „Maar ja, wat de synodeleden in 180 dagen hebben besproken, kunnen we moeilijk samenvatten in een halfuurtje discussie.”