De predikant van de gereformeerde gemeente in Nederland in Alblasserdam vervolgde: „Kan een mens in eigen kracht tot Jezus komen? Ja, dat kan. Kan een mens daarbij onderwijs van Jezus krijgen? Ja, dat kan. Kan een mens tot Jezus komen, onderwijs van Hem krijgen en toch voor eeuwig verloren gaan? Ja, dat kan ook.”

Bij dit laatste wees ds. Van der Tang op het door hem gelezen Bijbelgedeelte over Jezus en de rijke jongeling. „Vanwege zijn vraag hoe hij het eeuwige leven zou kunnen beërven, krijgt deze jongeman onderwijs van de opperste Wijsheid.”

Leraren zouden blij zijn als een leerling met zo’n vraag kwam, vermoedde de predikant. „Hij weet dat hij het eeuwige leven nog niet bezit en is oprecht geïnteresseerd om dit te verkrijgen.”

Zere plek

Toch reageert Jezus niet met blijdschap op de vraag van de rijke jongeling. In plaats hiervan wijst Hij hem op de wet. De jongeman stelt vervolgens dat hij al de geboden die Christus hem voorlegt van zijn jeugd af aan gehouden heeft. „In uiterlijke zin was dit terecht. Maar Jezus vroeg hem niet of hij het tiende gebod ook gehouden had: gij zult niet begeren.”

Daarna geeft Christus hem echter de opdracht zijn bezittingen weg te geven en Hem te volgen. „Hiermee legt Hij de vinger op de zere plek: deze man bezat veel goederen. Hier wijst Christus wél op het tiende gebod. Dit gebod leert ons volgens de catechismus dat ook de minste neiging tegen een van de geboden zonde is. Deze jongeling kende de verdorvenheid van zijn eigen hart niet.”

Hoe kan het nu dat de jongeman onbekeerd weggaat, vroeg de voorganger zich af. „Christus zegt toch Zelf in Johannes 6: „Wie tot Mij komt, zal Ik geenszins uitwerpen?” Dat is waar. Maar er staat ook wat vóór: „Al wat Mij de Vader geeft, zal tot Mij komen.” Deze jongeman kon wel in eigen kracht tot Jezus komen, maar het bleek dat hem niets ontbrak. Wie door Gods Geest getrokken wordt, komt als leeggemaakte, helwaardige zondaar. Wie zó tot Hem komt, zeg ik in Jezus’ naam: Wie tot Mij komt, zal Ik geenszins uitwerpen.”

Bijbelse identiteit

Na ds. Van der Tang dacht locatiedirecteur P. A. Zevenbergen onder meer na over het belang van christelijk onderwijs. „Onderwijs is niet het volpompen van leerlingen met kennis, maar hen inleiden in de Bijbelse identiteit. Wijze docenten achten zichzelf niet wijs. Zij hebben Gods hulp nodig, zijn verankerd in de traditie en verstaan hun vak. Laten we in afhankelijkheid van de Heere dit schooljaar aanvangen.”

Ook de locaties Revius, Marnix en De Swaef van het Wartburg College hielden maandag hun jaaropening. Twee locaties van de scholengemeenschap zijn verhuisd: het centrale stafbureau met het college van bestuur trok in bij locatie De Swaef. Ook de vijftig leerlingen van De Burcht (cluster IV/reboundvoorziening) beginnen dit cursusjaar in De Swaef.