Ze vindt het leuk om haar klasgenoten weer te zien en te spreken. „Aan de andere kant is het jammer dat de vakantie voorbij is. Nu moet ik weer elke morgen vroeg op en elke dag huiswerk maken.”

Laura kreeg in groep 8 het advies om gto te gaan doen. Eerst zag ze daar behoorlijk tegen op. „Kan ik dat wel? Gaat het me wel lukken? Op de basisschool ging alles heel makkelijk. Als de meester of de juf een vraag stelde, wist ik bijna altijd het antwoord. Als ik het niet wist, voelde ik mezelf afgaan. Ik had het gevoel dat andere klasgenoten dan naar mij keken en dachten: „Weet ze dat niet?” Dat vond ik soms wel lastig. Ik wilde niet de betweter van de klas zijn, maar ook niet falen.”

Het eerste jaar op het voortgezet onderwijs ging goed. Laura was na een paar dagen al gewend. Het schooljaar vloog voorbij en voor de vakantie sloot ze het jaar af met een prachtig rapport. Het tweede jaar start met bijna dezelfde groep. „We hebben een heel leuke klas. Doordat iedereen in deze klas weleens iets niet weet, voel ik me ook meer op mijn gemak. Ik kan en mag gewoon fouten maken. Dat heb ik wel moeten leren.”

Op de vraag wat Laura nog lastig vindt, komt al snel een antwoord. „Ik heb talenten van de Heere gekregen. Ik hoor weleens van anderen dat ik niet zo wijs moet doen of dat ik maar gewoon moet doen. Iemand zei een keer: „Je hebt veel hersenen gekregen, maar daar hoef je niet mee te pronken of te pochen.” Maar mag ik trots zijn op de talenten die ik heb gekregen? Als iemand met zijn handen iets maakt, bijvoorbeeld als een timmerman een heel mooie tafel maakt, dan mag hij trots zijn op zijn werk. Hij heeft er hard voor gewerkt. Dan mag ik er toch ook trots op zijn dat ik een goed cijfer heb voor Grieks of Latijn, omdat ik er hard voor gewerkt heb?”

Hoe zou je in de toekomst je talenten willen gebruiken? Laura hoeft er niet lang over na te denken: „Zoals het er nu naar uit ziet, wil ik na het vwo geneeskunde gaan studeren. Ik vind het mooi om mensen te helpen. Het mooiste lijkt het me om kinderarts te worden. Ik ben blij dat de Heere mij deze talenten heeft gegeven en hoop dat Hij me wil helpen om deze droom ook uit te laten komen.”

Meer lezen over talenten? Het nieuwste nummer van weekblad Daniël van de JBGG gaat over dit thema.


Reactie: „Vertel je cijfer aan de Heere”

Beste Laura,

Je stelt een mooie vraag, een vraag die ervoor zorgde dat ik er goed over na ging denken. Dat is ook een mooi talent: mensen kunnen laten nadenken door een goede vraag.

Iedereen heeft andere talenten. Dat zie ik dagelijks op de scholen waar ik kom. We hebben elkaars talenten nodig. Een heel ziek kind van de timmerman kan niet zonder de kinderarts, de kinderarts kan niet zonder een ziekenhuis dat door timmermannen gemaakt is.

Er is ook verschil. Voor een timmerman is het resultaat zichtbaar na een dag werken. Die zegt: „Kijk eens, dat heb ik vandaag allemaal gedaan.” Voor iemand die vooral veel leest en nadenkt, is dat veel minder duidelijk. Dat is ook zo in het beroep wat ik heb. Daarom is voor jou een cijfer belangrijk, want dat zegt jou wat je allemaal geleerd hebt. Het zou niet eerlijk zijn als je daarover niets tegen anderen mocht zeggen.

Vooral is het belangrijk om dat cijfer ook te vertellen aan de Heere. Hij is het Die ervoor zorgt dat we ons werk kunnen doen en Die ons de wijsheid geeft.

Als we iets zeggen tegen anderen, is het voor hen niet altijd duidelijk wat we bedoelen en voelen. Als we zeggen dat we trots zijn, kan een ander de gedachte krijgen: zij vindt zichzelf beter dan ik. Dat geeft een boos of verdrietig gevoel bij diegene. Of de ander denkt: ik wilde dat ik dat ook kon. Dan komt er jaloezie.

Misschien kun je eens vragen aan de ander wat jouw opmerking met hem of haar deed. Dan kun je ook zeggen dat je het heus niet verkeerd bedoelde. En als iemand toch nijdig wordt omdat je blij bent met je mooie cijfer? Stel hem of haar dan maar de vraag: „Wat vind jij fijn om te horen als je mij iets moois laat zien wat je gemaakt hebt?”

Veel wijsheid gewenst in je studie!

André van ’t Hof, gz-psycholoog bij Driestar educatief