De scholieren van de reformatorische school maakten woensdag en donderdag, tijdens de Wereld Daklozendag, pakketten klaar voor daklozen. Dat deden ze in samenwerking met de Londense hulporganisatie voor daklozen, Church Homeless Trust.

 

Iedere zaterdag de wijk in

Joost Fortuijn (17) uit Woudenberg: „In Nederland werk ik voor het Leger des Heils. Iedere zaterdag word ik een wijk ingestuurd om mensen ervan te overtuigen negen maanden lang donateur te worden. Daarvan kan de organisatie iemand van de straat halen.

Voor daklozen heb ik altijd al respect gehad. De situatie waar zij in zitten, had mij ook kunnen overkomen. Daklozen leiden een vreselijk leven. In Londen is het nog erger dan in Nederland. Je ziet daar bijna overal mensen onder een kleedje met een bordje.

Het aantal daklozen zal door onze actie niet verminderen. Maar we kunnen hen wel blij maken. En misschien kan het hen helpen de hulp van de Engelse daklozenorganisatie te accepteren.”

 

Levensles van een dakloze

Emma van der Hoek (16) uit Maartensdijk: „In de voorbereiding op de reis naar Engeland moesten alle leerlingen op zoek naar drie dingen om mee te nemen voor daklozen. Mijn oma werkt in een kringloopwinkel. Ze vond een slaapzak. En een groene rugzak. En mijn moeder bedacht dat ik ook nog wel Cup-a-Soup mee kon nemen. Als de daklozen dan een brandertje en wat water hebben, kunnen ze lekker hete soep maken.

Op straat zie ik telkens mensen die geen eten hebben. Er zitten rare types tussen, maar ook leuke. Dinsdag gaf ik mijn drie boterhammen aan een dakloze. Hij leek een beetje dronken, maar hij was aardig en zei dat hij blij was met de boterhammen. Aan iedereen vroeg hij: „Studeer je wel? Blijf dat doen, want het is je toekomst.” Ik vond dat een mooie levensles.”

 

Een persoonlijk kaartje

Lenneke Simons (16) uit Maartensdijk: „Hij zat met een bordje bij de Underground. ”I’m hungry”, stond er op het bordje dat de dakloze bij zich had. Verder had hij niks. Ik vond in mijn tas een Twix voor hem.

In Londen zijn de daklozen veel dankbaarder dan in Nederland. Nederlandse daklozen vragen meestal om geld. In Londen maakt het niet uit wat je een dakloze geeft, hij is er gewoon blij mee. Het maakte mij blij om iets weg te geven.

Bij de pakketten die we klaarmaakten, deden we ook een persoonlijk kaartje. Ik schreef dat ik voor daklozen bid. Dat ik vraag of God hen wil zegenen en of ze Jezus mogen leren kennen. Al heb je in dit leven niets, na dit leven zal het dan beter zijn.”

 

„Ik loop niet langer om hen heen”

George Doppenberg (16) uit Hoevelaken: „Stichting Church Homeless Trust organiseerde een spel voor ons. Elke leerling kreeg een rol. Zo waren er scholieren die posters moesten maken om campagne te voeren voor daklozen. Maar al snel was hun geld op. Ze konden niets meer kopen bij de winkeliers. Wat mij duidelijk werd is dat als mensen tekort aan geld hebben, ze een alternatieve manier vinden om aan spullen te komen. Ze gaan stelen. En eindigen vervolgens in de cel.

Een posterplakker kan er nog voor kiezen om geen posters meer te plakken. Maar daklozen kunnen kiezen tussen de bijstand of gaan stelen. Want anders krijgen ze niks.

Het leven op straat is verschrikkelijk. Ik heb geleerd dat je als christen de plicht hebt om daklozen te helpen. Ik zie deze mensen nu in een ander licht. Voorheen liep ik een beetje om hen heen. Nu vind ik vooral dat ze geholpen moeten worden.”