Drie leerlingen aan het woord.

“Iedereen kan het monument nu goed zien"

Robin.

Robin Jansen (13) uit Hansweert: “Onze klas moest een ontwerp maken voor het nieuwe monument. Samen met Lindert heb ik dat gedaan. Helaas is ons ontwerp niet uitgekozen, maar ik heb er dus wel veel over nagedacht.

Met het monument herdenken we zeven vliegers die in de oorlog, 11 mei 1944, zijn neerstort met hun Lancaster op de dijk van Krabbendijke.

Het monument ziet er wel mooier uit omdat er veel omheen is gemaakt. Het is ook groter gemaakt dan dat het eerst was. De vlaggen erbij zijn ook mooi, zo zie je uit welke landen de vliegeniers kwamen. Ik vind het ook mooi dat er zeven lampjes zijn, dat getal wijst naar de zeven vliegers die omkwamen. Nu is het monument ook ’s avonds verlicht. Daar ben ik blij mee. Zo kan iedereen het goed zien.”

“In een oorlog zou ik me onveilig voelen”

Martijn.

Martijn Jansen (13) uit Kruiningen: “Ik vond het mooi om bij de onthulling te zijn. Er was een Engelse man en zijn oom was omgekomen in de oorlog. Daar vertelde hij over. Wij kunnen nu vrij rondlopen. Je wordt niet zomaar opgepakt. Je hoeft niet bang te zijn dat je opeens wordt neergeschoten of dat er bombardementen komen. Als het oorlog zou zijn zou ik me heel onveilig voelen. Nu we vrijheid hebben hoef ik niet bang te zijn en voel ik me veilig.”

“Ik was een half jaar bezig met het ontwerp”

Lindert Neeskens (13) uit Kruiningen: “Samen met Robin ben ik bezig geweest met een nieuw ontwerp voor het monument. In totaal wel een half jaar. We deden het onder de les KWT. Dat is keuzewerktijd met projecten. Vorig jaar op 11 mei, de dag van de herdenking dat de Lancaster was neergestort, zijn we ook bij het monument geweest. Toen hebben we rozen in vazen gezet. Op de vazen stonden foto’s van de omgekomen vliegeniers. We moeten altijd blijven herdenken, omdat deze mensen hun levens voor onze vrijheid hebben gegeven. Ze kwamen zelfs uit een ander land waar niet eens oorlog was en ze hebben gewoon voor ons gevochten om ons te bevrijden. Daar word ik stil van.”