Het reguliere lesprogramma volgen de havisten in vier dagen. De vrijgekomen dag besteden ze dan volledig binnen de gekozen stream. Deze aanpak heet 20-80 learning. De aanpak van 20-80 learning moet jongeren beter voorbereiden op hun vervolgstudie.

Bij ibc draait de vrije dag om het opzetten van een minionderneming, bij iac ligt de nadruk op cultuur en bij isc gaat het om het opdoen van onderzoeksvaardigheden. In de streams is daarnaast ruimte om leerlingen toe te rusten en te vormen. Zo worden vakken als ethiek en psychologie gegeven.

Vorig schooljaar startte de school in 4 havo al met een ibc-klas. Hiervoor moesten leerlingen destijds solliciteren. Nu is keuze tussen een van de streams verplicht. In 5 havo kunnen extra examens en daarmee certificaten worden behaald.

De Fruytier is de eerste school in Nederland die in de bovenbouw van de havo volledig volgens 20-80 learning werkt.


Reportage

„Godenzonen, zo worden voetballers van Ajax wel genoemd”, zo doceert leraar Jan ten Have aan de 4-havisten van de nieuwe international arts class van de Fruytier. 

Van Ajacieden –de hedendaagse sportidolen– gaat het naar Griekse sporthelden uit de klassieke oudheid. Winnaars op de Olympische Spelen kregen een goddelijke status toegedicht, vertelt Ten Have. „De Spelen werden georganiseerd ter ere van oppergod Zeus. Ze waren heel religieus geduid. Bij winst kreeg je een olijftak op het hoofd. Die kwam van de heilige boom bij de tempel van Zeus.”

Om de leerlingen te interesseren wordt het thema ”godenzonen” en Olympische Spelen zo pakkend mogelijk uitgewerkt, zo vertelt godsdienstdocent Alexander Treur. Zo maakte de iac-klas bij beeldende vorming Grieks aardewerk over het thema. „Uiteindelijk is het doel bij dit thema dat de leeringen gaan inzien dat ze een afgodenfabriek in hun eigen hart hebben. Mensen lijken een behoefte te hebben aan godenzonen. Mag je dan niemand eer geven? Jawel. Uiteindelijk is er maar Een, dé Zoon van God, Die je alle eer mag geven.”

In een tegenoverliggend lokaal krijgt een andere groep havisten les. Ze zijn netjes gekleed. Dresscode: blauwe stropdas en pak of blauw sjaaltje en blouse. Het is de international business class. Ze krijgen het vak zakelijk Duits en leren over de cultuur, over –„pünktliche”– Duitsers.

Een grappige tekenfilm laat het verschil zien tussen onze oosterburen en slordige Italianen. Scheiden van afval? Duitsers houden zich netjes aan de wet en scheiden keurig hun rommel. Als de stripfiguur een propje naast de prullenbak gooit, arriveert de politie met loeiende sirenes en wordt de dader ingerekend. Het Italiaanse ventje smijt alles van zich af. Hupsakee, zo de berm in. En de politie? Die kiept er nog een dubbele hoeveelheid afval bij. De klas komt niet meer bij van het lachen.

Bij de international science class gaan de handen uit de mouwen. Tientallen leerlingen doen proefjes in het lab. Bij welke temperatuur denatureert het eiwit van een kippenei? Denatureren is het onomkeerbare proces dat plaatsheeft als je een ei kookt of bakt: de eiwitten veranderen van kleur en structuur.

Gerbert en Johanan zijn in een ander lokaal in de weer met pipetten, buretten en maatbekers. Ze zijn goed op weg om het azijnzuurgehalte in tafelazijn te bepalen.

Maar dan loopt het mis. Gerbert kijkt beteuterd naar de roze vloeistof in de maatbeker voor hem. Johanan: „Er is te veel natronloog toegevoegd. Je moet precies stoppen op het moment dat de kleur door een indicator omslaat. Nu is de meting niet betrouwbaar.” Opnieuw beginnen dus. Toa Rien Visser: „In een gewone les –die kort duurt– kun je als het niet lukt naar buiten gaan kijken. Hier kan dat niet, je moet verder en gaat daardoor nadenken over hoe het anders kan.”


 

„Je bent gemotiveerder”

De drie 5-havisten Cornèlie Top (16), Daan Pouw (17) en Pieter Don (16) draaiden vorig jaar als eersten mee in een international business class op de Fruytier.

Zijn jullie enthousiast over de streams?
Pieter: „Ja, toen ik erover hoorde, was het voor mij meteen duidelijk dat ik zou solliciteren. Het is leuk dat er externe sprekers komen tijdens de lessen.”

Daan: „Ook kregen we de kans een eigen onderneming te starten.”

Cornèlie: „Als vak kregen we ook psychologie, dat geeft net iets extra’s.”

Wat kun je ermee?
Cornèlie: „Mij heeft het geholpen bij de studiekeuze. Ik heb geleerd dat ik organiseren leuk vind. Facilitymanagement lijkt me een leuke vervolgopleiding.”

Daan: „Ik ben erachter gekomen dat ik een meer sociale opleiding leuk vind.”

Pieter: „Mij heeft het ook geholpen. Ik zou graag leiding willen geven.”

Is het niet extra druk?
Cornèlie: „De vier andere dagen heb je wel meer huiswerk.”

Pieter: „Maar daar staat tegenover dat je één dag geen huiswerk hebt.”

Cornèlie: „En je kunt bij bepaalde vakken onderdelen overslaan.”

Daan: „We hebben ook minder kleine so’tjes. Ik denk dat als je je best doet, het goed te doen is.”

Cornèlie: „Je bent gemotiveerder voor zo’n stream, dus je doet automatisch je best. Een klasgenoot zei pas ook nog dat je als je niet zo fit bent, op een gewone lesdag eerder thuisblijft.”