Jonathan komt net thuis. De regendruppels zitten nog in zijn haren. Even doet hij zich tegoed aan een bakje koffie en een Ouddorpse bolus, dan is het toch echt tijd om bij de auto te kijken. Door de regen gaat het naar de schuur. Daar staat Jonathans trots.

[youtube]

„De motor ligt er nog in.” Hij trekt een groot stuk plastic weg. Een 2,2 liter groot motorblok wordt zichtbaar. „Nee, die is niet origineel”, grijnst de jonge sleutelaar. „Hij komt uit een Opel Record. De auto heeft nu wat meer vermogen.”

Eigenlijk had Jonathan een BMW 1502 op het oog. Op zijn smartphone laat hij een foto zien. „Ook een mooie auto, toch? Maar het werd toch de Opel, die was een stuk goedkoper.” Sinds augustus mag hij zich de eigenaar noemen van deze Manta uit 1973. „Belastingvrij”, zegt hij dan, alsof daarmee alles is gezegd. „Maar ik vind het vooral ook leuk om iets anders te hebben dan anderen.”

„Op sommige plekken was hij helemaal doorgerot”

Nou, met deze Manta met net 53.000 kilometer op de teller komt dat vast goed. Een dertien-in-een-dozijn-auto is het zeker niet. De glooiende lijnen van de auto doen sportief aan, ook al lijkt het plaatwerk op dit moment meer op de buitenkant van een mislukte krentenbol door de hoeveelheid plamuur. Blijkbaar viel de staat waarin de oldtimer verkeerde nogal tegen. Jonathan knikt. „Op sommige plekken was hij helemaal doorgerot. Bij de bak voor het reservewiel bijvoorbeeld. Maar ook sommige dorpels en wielkasten waren er slecht aan toe.”

Het lassen is gedaan, nu is het schuren geblazen, net zo lang tot de auto zo glad is als een biljartbal. „Gelukkig is het dak nog helemaal gaaf. Als daar een deukje in zit, zie je het direct.”

Toepasselijke hobby
Jonathan haalde zijn vmbo-diploma op de christelijke scholengemeenschap Prins Maurits in Middelharnis. Nu volgt hij een mbo-opleiding tot automonteur. Het sleutelen aan zijn Manta past dan ook precies bij hem. „Beter dan de hele dag binnen zitten, dat kan ik echt niet.” ’s Avonds en op zaterdag is hij hier te vinden, in de schuur die achter zijn ouderlijk huis in Ouddorp staat. Gereedschap hangt aan de muur, een lasapparaat staat op de grond.

„Mooi toch? Hier ligt alles wat ik nodig heb. Mijn broer heeft me wel eens geholpen met lassen, maar het grootste deel heb ik zelf gedaan. Toen ik de auto uit elkaar haalde, maakte ik van elke stap een foto zodat ik straks nog weet hoe het weer in elkaar moet. Alleen…” Hij pauzeert even en pakt de kabelboom vast die onder het dashboard vandaan steekt. Dan steekt hij grijnzend een stel draadjes omhoog. „…hoe dit precies heeft gezeten weet ik niet meer. Het SD-kaartje van m’n camera is gecrasht.”

Toch maakt Jonathan zich daar geen grote zorgen om. „Het komt vast goed. Regelmatig kijk ik op het Manta-forum op internet. Er is altijd wel iemand die weet hoe het zit.” Internet gebruikt hij ook om onderdelen te kopen. En dat moet voordelig, want het is en blijft een hobby. „Een tijdje geleden heb ik een spoiler gekocht. Er zit namelijk een behoorlijke deuk in de voorkant. Als ik die spoiler monteer, zie je er precies niets meer van. Dat is goedkoper dan uitdeuken en staat ook nog eens stoer.”

Rijdend gekocht
Denk niet dat Jonathan niet weet hoe de Manta rijdt, want hij heeft de auto ‘rijdend’ gekocht. „Het was nog 70 kilometer voorbij Ede, vlak bij de Duitse grens”, weet hij nog. „Een best eind karren. Samen met mijn zus heb ik hem opgehaald, want ik had toen mijn rijbewijs nog niet.” Nu wel, sinds een paar maanden, maar rijden met de klassieke Opel zit er nog even niet in. Wanneer wel? Jonathan klinkt strijdvaardig. „In augustus moet het wel klaar zijn”, zegt hij optimistisch.

Hij ziet zichzelf al rijden in de Opel, mooi in de lak gezet door zijn vader die schilder is

Hij ziet zichzelf al rijden in de Opel, mooi in de lak gezet door zijn vader die schilder is. Weer komt de telefoon tevoorschijn. Even zoekt Jonathan, dan heeft hij de juiste foto’s. Een glimmend metallic bruine Manta met brede wielen staat op het scherm. „Zo moet-ie worden.” Dan wijst de Ouddorper naar de achterkant van zijn bolide. De wielen zijn eraf, die liggen ernaast. „Moet je zien wat een brede sloffen. Die worden wel een maatje smaller hoor, want een nieuwe band van dit formaat kost me meer dan 400 euro.”

Hij loopt weer naar voren, kijkt naar de motor en veegt in gepeins wat stof van de grille. Jonathan ziet zichzelf al rijden. „Ik zet er een demontabele trekhaak onder. Dat is voor een karretje waar mijn boot op kan. Op vakantie, bootje erachter en gáán. Mooi toch?”