Joost: Ongekende vrijheid

Op mijn vijftiende verjaardag kreeg ik van mijn opa het boek ”Ik heb te weinig geloof om atheïst te zijn”. Op die leeftijd was ik al bovengemiddeld geïnteresseerd in het gedachtegoed buiten het christelijk geloof. Dit boek was voor mij het begin van een zoektocht naar de waarheid.

In die tijd was ik dooplid van een kleine gemeente op de Veluwe. Ik had verkering met de dochter van de predikant, maar die ging uit. Mede daardoor raakte ik in een crisis en kreeg ik steeds meer twijfels en vragen.

Maar gehoor in de gemeente kreeg ik niet. Sterker nog: ik had het gevoel dat mijn vragen ongewenst waren. Ook op de jeugdvereniging hing er een sfeer van: „Waar heb je het over? Dit zijn we niet gewend, doe liever gewoon.”

Zo ontwikkelde zich het besef dat ik het allemaal zelf moest uitzoeken. En dat heb ik gedaan. Terwijl ik civiele techniek studeerde, las ik boeken als ”God als misvatting” van Richard Dawkins en ”God is niet groot” van Christopher Hitchens. Hierin vond ik een visie terug die bij me paste. Achteraf denk ik dat het de ongekende vrijheid was die voor me lag. Geen bekrompenheid meer, gewoon doen waar je zin in hebt.

Er is nog een punt in de boeken van diverse atheïsten: de kerk in zijn algemeenheid wordt onder vuur genomen. En meestal hebben ze in die kritiek nog deels of volledig gelijk ook. Hierbij gaat het om de houding van de kerk ten opzichte van de wetenschap, haar naïviteit en haar niet altijd even zuivere motieven en verleden. Door deze zaken zo duidelijk uiteen te zetten, gaven de schrijvers van deze boeken me het gevoel dat ik niet meer bij een kerk moest willen horen.

Na een paar jaar bezocht ik een conferentie in Amsterdam. Naar aanleiding daarvan besloot ik Dawkins nog eens met een frisse blik te lezen en ontdekte ik de nodige gaten in de argumentatie. „Dit kan geen waarheid zijn”, dacht ik. Vooral het begin van het bestaan is een groot gat. Alles kan toch niet zomaar spontaan gekomen zijn? Daar heb je iets voor nodig. Dit punt was voor mij doorslaggevend om ervan overtuigd te raken datatheïsme de weg niet is.

En zo zocht en zocht en zocht ik naar de waarheid. Tijdens een vakantie in het buitenland ging ik, eigenlijk zomaar, naar een Engelstalige dienst van een baptistengemeente. Het was rond Kerst en de preek ging over de wijzen uit het oosten die bij Herodes kwamen. De schriftgeleerden moesten Herodes de waarheid zeggen. Die kenden ze wel, maar zelf deden ze er niets mee. Op dat moment zag ik mijn eigen leven terug in die schriftgeleerden.

Dat bracht me weer terug bij het christelijk geloof, waarin ik zo’n twintig jaar was opgevoed. Of ik nu overtuigd christen ben? Ja, dat wel. Maar kritisch blijf ik ook, dat zit nu eenmaal in mijn aard. Ik wil altijd een antwoord vinden op vragen die naar boven komen of die me gesteld worden.

Mijn ervaring wil ik nu graag gebruiken om jongeren die met atheïstische lectuur in aanraking komen, te waarschuwen. Het is bizar dat twintig jaar christelijke opvoeding zo aan het wankelen gebracht wordt door de kracht van het atheïsme. Laten ouders en kerkenraden dit gevaar niet onderschatten en vragen van twijfelende jongeren serieus nemen.

Ik denk dat het vooral studerende jongeren zijn die zich hierin zullen herkennen. Ze moeten zich weren in een wetenschappelijke wereld die een steeds grotere mond krijgt en waarin God niet nodig is. Dan moet je stevig in je schoenen staan om niet te vallen.


Machiel: Dingen moeten kloppen

De jeugdkring van onze gemeente, de christelijk gereformeerde kerk in Nunspeet, is altijd een hechte club geweest. Toen een betrokken lid van deze groep op een dag zei dat hij afstand van het geloof nam, kwam dat hard aan. Ik was verbijsterd, echt. Hij had zijn moeilijkheden om te geloven op papier gezet. Het stond vol met argumenten waarom God niet bestaat en waarom hij de kerk en het geloof de rug toekeerde. Het verhaal telde tientallen pagina’s.

Dit heeft me ertoe gebracht om naast mijn technische lerarenopleiding onderzoek te gaan doen naar deze argumenten. Ik ben veel gaan lezen, zowel in atheïstische als in christelijke literatuur, om al die meningen tegen elkaar af te wegen. Of dat eng was? Soms wel. Er zijn momenten geweest dat ik het echt even niet meer wist. Maar een nuchtere instelling, de knop omzetten en doorleven, haalde me er vaak door.

Waarom ik me er zo in verdiepte en het me zo aangreep? Waarschijnlijk omdat ik rationeel ingesteld ben. Er is altijd een drang in me om dingen uit te zoeken. Nog altijd ben ik bezig met deze zoektocht, en een harde conclusie kan ik niet trekken. Er zijn nu eenmaal atheïstische argumenten waar je weinig tegen in kunt brengen. Daar ligt ook het gevaar, de kracht.

De enige manier om staande te blijven, is het vertrouwen op God, hoe klein en ver weg dat soms ook is. Ik ben niet iemand die als een kind zomaar alles kan aannemen. Geprobeerd heb ik het wel, maar dat ging niet zo best. Dingen moeten kloppen, ook in de geloofsleer. Het is voor mij niet mogelijk om een knop om te zetten en iets voor zoete koek te slikken. Dat is heel lastig.

In die zoektocht kreeg ik soms een knipoog van God, zoals ik het zelf noem. Om een voorbeeld te geven: tijdens een periode van hevige twijfel zat ik in de trein. Ik keek uit het raam, tot mijn oog viel op het raamrubber. Daar stond iets in gekrast: „God loves you.”

Een atheïst zal hier hard om lachen, maar voor mij betekende het veel. Geen argumenten, maar gewoon een bemoediging van God. Sommige dingen zijn ook niet uit te leggen, dat is misschien iets wat ik nog leren moet.

In mijn directe omgeving zijn er veel jongeren, onder wie Joost, die worstelen met twijfels op dit vlak. Als je geen ruimte hebt om je vragen te stellen, is dat heel moeilijk. Daarom hebben we besloten om een gesprekskring op te zetten, samen met twee jeugdwerkers uit onze gemeente. Weliswaar ligt het initiatief bij de cgk Nunspeet, maar we willen interkerkelijk zijn.

Bij zo’n kring moet je je niet al te veel voorstellen. We willen er gewoon zijn voor anderen, zowel voor jongeren die de kerk vaarwel hebben gezegd als voor jongeren die met twijfels lopen. Het gesprek op gang brengen, dat is ons doel. Er zijn voor jongeren, samen naar oplossingen zoeken. Ik denk dat wederzijds respect al veel goeds kan doen. En luisteren naar elkaars argumenten, proberen een weg te vinden.

Natuurlijk zou ik een afgehaakte jongere bij de schouders willen pakken, door elkaar willen schudden en hem of haar willen toeroepen: „Je zit op de verkeerde weg! Zie je dat dan niet?” Maar dat helpt niet. En het is waarschijnlijk ook al eens of meerdere keren op die manier geprobeerd. Daarom deze informele setting, gewoon bij iemand thuis.

Wanneer we gaan starten is nog even de vraag. Of nog voor de vakantie, of erna. Maar dat we ermee aan de slag gaan, is zeker. En hard nodig.


 

„Sluit je niet af voor atheïstische lectuur”

De ervaringen van Machiel Bijl en Joost van der Mel benadrukken voor prof. dr. W. van Vlastuin dat christenen in een postmoderne cultuur leven.

Dr. Van Vlastuin is spreker in de collegeserie ”Verantwoord geloven” van AKZ+, een gezamenlijk project van de Theologische Universiteit Apeldoorn (A), de Theologische Universiteit Kampen (K) en de hogeschool Viaa in Zwolle (Z). Tevens is hij auteur van een handboek over christelijke apologetiek.

„Elk besef van een persoonlijk God buiten en boven de mens is zoekgeraakt. De afwezigheid van God betekent dat echte normen ontbreken en ook de diepste zin van het leven wegvalt.”

Iedereen komt in aanraking met deze „atheïstische postmoderniteit”, zegt dr. Van Vlastuin, hoogleraar theologie en spiritualiteit van het gereformeerd protestantisme aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. „Christenen ademen dat klimaat in, ook als ze geen atheïstische lectuur lezen. Zolang ze in een sociologisch besloten groep verkeren, zullen ze niet op het christelijke geloof worden bevraagd, maar dat zal voor weinig christenen het geval zijn.”

Hij begrijpt dat het lezen van atheïstische lectuur impact heeft op studenten. „De argumenten van atheïsten komen soms krachtig over. Ze zetten aan het denken en brengen tot twijfels.”

Toch raadt hij het niet af om dergelijke boeken te lezen. „Het is geen oplossing om als christen je hoofd in het zand te steken. In een maatschappij waarin het christendom steeds minder publieke betekenis heeft, is het noodzakelijk om verantwoording van het geloof af te leggen. Daarvoor moeten we wel weten wat ongelovigen zeggen.”

Een collegeserie over apologetiek, maar ook een gesprekskring in de plaatselijke gemeente, kunnen christenen helpen. „Het is belangrijk om geworteld te zijn in het christelijke geloof en de klassiekers daarvan te kennen. Er is heel veel onzin in de aanvallen op het christelijk geloof. Als we dat doorzien, hoeven argumenten van atheïsten ons niet te verlammen.”

Bovendien houdt het nadenken over de verwoording van het geloof christenen scherp, zegt dr. Van Vlastuin. „Vragen over de relatie van de goede God met al het kwaad in de wereld, over de belijdenis dat er maar één weg tot het heil is, dwingen ons om goed naar de Bijbel te luisteren.”

Hij hoopt op veel belangstelling voor de colleges. „Apologetiek betekent niet dat wij God begrijpen en narekenen. Christenen kunnen hiermee wel duidelijk maken dat het geen onzin is om in de God van de Bijbel te geloven. En dat het ongeloof ook een geloof is en van vooronderstellingen uitgaat.”