Als er niet snel iets gebeurt, zullen veel jongeren van het geloof wegglijden omdat ze nergens houvast meer hebben. Dat was de angst  van Hanneke en Rhodé. Van den Broek roept ouders op het goede voorbeeld te geven en met jongeren in gesprek te gaan. Lees hieronder zijn brief.

Jaap Theunisse heeft aan alle opvoeders een dringende oproep gedaan om onze jongeren tot de Heere Jezus te leiden (RD 11-7). Dat jongeren daarop wachten, blijkt uit de noodkreet die Hanneke en Rhodé slaakten (RD 7-7). Hun oproep, „Grijp ons, jongeren, bij de hand”, legt bij veel opvoeders een pijnlijk gemis bloot. Hoe zullen wij (ouders, kerken en scholen) jongeren bij de hand kunnen grijpen als we zelf houvast missen?

Laten we allereerst samen neerknielen om onze onmacht aan de Heere te belijden. Alleen Hij kan ons vastgrijpen. Wedergeboorte, geloof en bekering, bij God vandaan, zijn noodzakelijk. Op ons rust de rechtvaardige eis dat we ons leven moeten inrichten volgens Bijbelse waarden. Daarom een paar handreikingen om die Bijbelse waarden van betekenis te laten zijn.

Christelijke waarden

Het beoefenen van de christelijke waarden, zoals: matigheid, eerlijkheid en gehoorzaamheid, is de plicht van elke christen. God eist immers in Zijn Woord dat we heilig voor Hem zullen leven! Het beoefenen van de christelijke waarden kost zelfverloochening. Onze menselijke begeerten moeten aan de kant, willen we naar Gods wil gaan leven.

Als de christelijke waarden in óns leven gestalte krijgen, kunnen wij ook onze jongeren leren om daarnaar te leven. Dit doen we niet door alleen maar regels te stellen, maar veel meer door hun uit te leggen waarom je zelf bepaalde keuzes gemaakt hebt en (als ze de leeftijd hebben) hun de verantwoordelijkheid te geven om met deze kennis eigen keuzes te maken. God wil immers vrijwillig gediend worden. Maar juist dan zijn opvoeders van belang om, bij het maken van die keuzes, naast hun jongeren te gaan staan.

Zelfreflectie

Een voorbeeld. Matigheid, tevredenheid en zelfbeheersing zijn waarden die bij elkaar horen. We zijn tevreden als we beheerst en matig de gaven die de Heere ons geeft, kunnen gebruiken.

Onmatigheid en ontevredenheid liggen op de bodem van ons hart. Als we onze jongeren voorhouden dat ze matig moeten zijn in bijvoorbeeld mediagebruik, dan moet dit ook aan ons als ouderen zichtbaar zijn. We moeten onszelf daarom afvragen hoe matig we zijn in eten, vakanties, geldbesteding en tijdsbesteding. We kunnen en mogen elkaar daarin niet de maat nemen, maar moeten deze dingen wel voor God en ons eigen geweten kunnen verantwoorden.

Deze zelfreflectie is niet alleen nodig voor waarden zoals matigheid en tevredenheid, maar ook voor respect, bescheidenheid, eerlijkheid, gehoorzaamheid, trouw en vergevingsgezindheid. Deze lijst met christelijke waarden is moeiteloos langer te maken. En steeds moeten we onszelf twee dingen afvragen: Hoe is deze waarde zichtbaar en betekenisvol in mijn leven, en hoe kan deze waarde ook betekenisvol worden in het leven van mijn kind en van onze jongeren?

Laat het daarover gaan aan tafel, bij dagopeningen, tijdens catechisaties en in preekbesprekingen. Dit kan, onder biddend opzien tot de Heere, helpen om onszelf en onze jongeren te leren authentiek te zijn. Dit betekent niet dat ze bijzonder moeten zijn, maar dat ze zelfstandig en gewetensvol keuzes durven maken, zelfs als die tegen de tijdgeest en de mening van de groep ingaan.

Dan kan het inderdaad een keuze zijn om in plaats van een smartphone een Nokia 3310 te kopen, omdat je geen wereld van verleiding in je broekzak wilt hebben. Of dat je een andere vrijetijdsbesteding kiest, omdat de opdracht om „de tijd uit te kopen, dewijl de dagen boos zijn” je op het hart drukt.

Geen verdienste

Eén ding moeten we goed bedenken: in het beoefenen van de christelijke waarden is iedere verdienste voor God uitgesloten. „Wij hebben maar gedaan wat wij schuldig waren te doen” (Luk. 17:10).

Laten we voortvarend die schuldige plicht op ons nemen. Laten we bovenal steeds voor elkaar om de hulp en de zegen van de Heere bidden, want „zo gij (door het geloof) iets begeren zult in Mijn Naam, Ik zal het doen” (Joh. 14:14).


De auteur is als onderwijsadviseur werkzaam bij het Ds. G. H. Kerstencentrum in Veenendaal.